WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


28 december 2008

TRAM, GSM en BOEKJES

Een paar weken terug zat ik op de Gentse tram, richting veldstraat en FNAC, met het doel een paar boekjes te kopen die ik al een tijdje op het oog had. Veel volk op die tram, veel GSM-end volk, de GSM mens in het GSM tijdperk. Ik vind al dit ongevraagd en ongemanierd publiek lange afstands gebabbel en gebrabbel en de bijhorende kakofonie van allerlei soort gebel, gezoem, getril en getoeter eigenlijk wel wat storend, vooral in een beperkte ruimte zoals een tram. Wat hebben al die mensen elkaar zo nodig en zo dringend toch te melden of te vertellen dat niet een paar uurtjes of zelfs minuutjes kan wachten, vraag ik mij dan af. En wat hebben ze thuis dan nog tegen elkaar te vertellen dat al niet via het lange afstands babbel apparaat werd verteld? Of verbreken ze thuis de ondraaglijke stilte door via het lange afstands babbel apparaat weer met andere externe "communicators" te babbelen? Verdragen ze de "stilte" niet meer, zijn ze bang van zichzelf en van elkaar, voelen ze zich misschien eenzaam of zijn ze gewoon lange afstands babbel ziek of een beetje geestesziek? Is dit nu een teken van toegenomen communicatie of integendeel een uiting van een gebrek aan communicatie? Voor, achter en naast mij moet ik in elk geval veel ongevraagd en ongewenst gelal en gelul aanhoren, intimiteiten ook waar ik niets mee te maken heb of wil hebben. Als mensen (op de tram) nu eens vrijwillig met elkaar zouden praten, op een normale fysisch voelbare praat-en luister afstand, zonder dat daar een babbel apparaat voor nodig is, i.p.v. de indruk op te wekken dat ze als gekken luidop tegen zichzelf of tegen een apparaat aan het praten zijn, zou dit niet gezelliger en gezonder zijn voor iedereen?

Maar ja, het zal wel de veelgeprezen vooruitgang zijn, de nieuwe beschaving, zegt men, de verschijning van de lange afstands mens, de apparaat primaat.

De boekjes nu:

1. Een foto boek: MAGNUM, MAGNUM, uitgegeven naar aanleiding van de 60 ste verjaardag van het (pers)foto collectief MAGNUM, een Nederlandstalige handzame editie door uitgeverij lannoo aan 1 /3 van de prijs van de Engelstalige eerste luxe editie die eerder in een buitenmaats formaat en met een onhandelbaar fysiek gewicht van +/- 10 kg verscheen (veeleer een boek om naar te kijken, niet om in te kijken). Interessante foto's en toelichtingen over en door interessante Magnum fotografen, maar duidelijk toch vooral gemaakt om geld in het Magnum laatje te brengen, rechtstreeks via deze edities en onrechtstreeks als uitgekiende promotie actie voor de verkoop van 'historische' produkten van het gerenommeerd collectief. Niet echt begeesterend en zeker niet revelerend. Het illustreert vooral de crisis in de persfotografie en de fotojournalistiek, de voortschrijdende "verkunsting", verschraling en de op "kunst" gerichte commercialisering van het medium fotografie in het algemeen, de kunst-matige opgefoktheid van een stuurloos medium in nood dat zich wanhopig vastklampt aan de schijnbare reddingsboei van de "kunst", het begin van het einde

2. Een foto boek: BERLIN, uitgegeven door de Duitse uitgeverij Taschen die meestal goede (foto) waar aanbiedt tegen normale, betaalbare prijzen. Het boek biedt een lezenswaardig en vooral zeer kijkenswaardig overzicht van de geschiedenis van de stad Berlijn, met bijzondere aandacht voor Duitse fotografen met vooral zeer veel uitstekende foto's van onbekende, anonieme (Duitse) fotografen. Fotografie zoals het is, zoals het op zijn best is, niet zoals de "kunstpausen" ons voorhouden dat het zou moeten zijn. Een prachtig en interessant fotoboek, een visueel inhoudelijk zeer sprekende en boeiende, onverbloemde ontdekkingstocht doorheen de merkwaardige geschiedenis van deze merkwaardige stad, zijn functies en zijn mensen. Een boeiende mensen stad, een stad die een verleden maar ook een toekomst uitademt, een historische stad, een groeiende stad, een cultureel trefpunt en een levendig cultureel en sociaal experimenteel centrum, een cultureel en sociaal "broeinest".
In de marge hiervan, doe ik u ook kond van mijn plannen om op de iet of wat langere termijn te emigreren naar Duitsland en mij te vestigen in de hoofdstad Berlijn. Ten gerieve van hen die het zou kunnen interesseren, laat ik te gepasten tijde wel weten wannneer het zo ver is en welke mijn nieuwe woon en leef coördinaten zullen zijn. Gasten die niet al te veeleisend zijn op het vlak van logeer comfort zullen welkom zijn, inklusive ein herzliches Angebot von "Kaffee und Kuchen" oder, nach Wunsch, "Bier und Schnaps"!

3. Een lees boek: IN DE WERELD VAN JAN HOET. Fragmenten van een persoonlijk "dagboek" met aantekeningen, observaties, overpeinzingen, meningen en standpunten van een bijzonder man met een bijzondere kijk op "kunst", reflecties over het leven en de dood, over zichzelf en over anderen, over zin en onzin in de "kunst", over het verleden en over de toekomst, over Vlaanderen en over Gent, over CHAMBRES D'AMIS, het SMAK, DOCUMENTA EN MARTa, over Duitsland en de Duitsers, over academisch schilderen en beeldhouwen, over niet academisch schilderen en beeldhouwen, over artistieke visies en over artistieke valuta, over kunstenaars, kunstminnaars, kunstliefhebbers, kunstverzamelaars en kunstsjacheraars, over van alles en nog wat, maar géén woord over fotografie. Een merkwaardig zwijgen van een merkwaardig man over een merkwaardig(?) medium dat toch zo graag tot de "kunst" wil behoren.

Het boekje rondt af met de volgende bedenking van Jan Hoet (1991) : "ik weet niet wat kunst is. De kunst zelf zal ons vertellen wie ze is. Niet ik. Ik kan alleen maar een ticket voor de ontdekkingsreis aanbieden."

Dit zijn magische woorden, magische Worte eines Magiers, eines Magikers.
Die Magie der Kunst oder die Kunst der Magie?

Het doet mij een beetje denken aan de verhalen van Willem Elsschot die eigenlijk Alfons De Ridder noemde, aan de magische verhalen over Kaas over Het Been over Lijmen en over magische handel in Magische Zeepbellen, aan de magische verhalen over het wezen van het Geld waarvan ook niemand kan zeggen wat dat precies is, geld, al kent men er een grote waarde aan toe, waarbij alles valt of staat met "het toekennen", niet met de "waarde". Dé vraag over het Geld is dus niet "wat is de waarde?" maar wel "wie kent de waarde toe?". Dé vraag over de Kunst is blijkbaar ook niet "wat is kunst?" maar wel "wie bepaalt wat kunst is?"

Het is een bijzonder interessant en leerrijk boekje, een open boekje dat vlot leest, maar geen "boekjes opent ". Men kan zich toch wel de vraag stellen hoe het te verklaren is dat iemand die een groot deel van zijn leven wijdt en opoffert aan de kunst, bezig is met kunst, kunst materieel opspoort, evalueert, voor het publiek en de gemeenschap verzamelt, schikt, toont en valideert als ware kunst, uiteindelijk tot de conclusie komt dat hij niet wist en niet weet wat kunst is maar enkel een ticket kan aanbieden voor een avontuurlijke safari in het sprookjesland van de ondefinieerbare kunst om daar misschien het magisch moment te beleven waarop de kunst zichtbaar en herkenbaar wordt, "spreekt" en zelf zegt wie en wat ze is? Is dat niet het fantastische beeld van de magicien in het zwarte kleed met de lange mouwen die met zijn toverstokje spring levend huppelende konijnen uit zijn hoge hoed tovert en daarna beweert dat er helemaal niets in zijn hoge hoed stak en dat het met verstomming geslagen publiek dan maar aan de konijnen zelf moet vragen van waar ze komen en wie ze echt zijn??

4. Een studie boek: LICHTPAPIER, uit de kop en van de hand van Dirk Lauwaert, cultuurfilosoof, kunstcriticus en docent beeldmedia aan de hogescholen R.I.T.S en Sint Lucas Brussel, uitgegeven door het fotomuseum A'pen in de reeks "bibliotheek van de fotografie". Korte essays en beschouwingen over het wezen, de betekenis en de functies van fotografie (en film). Ook zeer interessant en leerrijk maar absoluut niet vlot leesbaar, soms gewoon niet te pruimen, uitsluitend toegankelijk en begrijpelijk voor lezers met een zekere culturele en taalkundige bagage en een grondige voorkennis van de geschiedenis der schone kunsten en der fotografie, liefst ook nog bijkomend gewapend met vóór zich een encyclopedie van de kunst door de eeuwen heen, naast zich de Dikke van Dale en achter zich een boekenkast gevuld met de fundamenten der filosofie. Een geïnformeerd man is er twee waard, zou ik zeggen.

Maar de man, de auteur bedoel ik, weet iets, weet veel, vergelijkt, maakt syntheses en ontwikkelt eigen gedachten en zeer interessante visies en standpunten. Een aanrader voor wie zich wil verdiepen in het wezen van de kunst, de esthetiek én de ethiek, met een grote nadruk op de maatschappelijke en culturele functies van de beeldmedia, een diepgravende zoektocht ook naar het speciek karakter en functies van de fotografie.

Het is dus, zoals gezegd, geen gemakkelijk leesvoer en men kan zich afvragen welk doelpubliek de redactie van het fotomuseum A'pen hiermee eigenlijk voor ogen had, maar het is in elk geval al stukken, hele brokken beter dan de 'inhoud' van de vorige 2 boekjes uit de reeks "bibliotheek van de fotografie" die gewoon uiterst bar slechte 'vertalingen' in een uiterst bar slecht Nederlands zijn van hier en daar willekeurig bijeengescharrelde essays die op geen enkele manier zinnig bij elkaar aansluiten. Men kan zich afvragen wat, behalve het manifest onnut van een cursus Zoeloe Nederlands, hiervan het nut zou kunnen zijn?

Ter afsluiting: het ligt in mijn bedoeling om, via een aparte blogsite, een virtuele 'dialoog' aan te gaan met sommige inhouden en standpunten van de boekjes " in de wereld van Jan Hoet" en "lichtpapier" van Dirk Lauwaert, naast het zelf aanleveren van goede vertalingen of samenvattingen in een leesbaar Nederlands van anderstalige essays over het wezen en de algemene of bepaalde specifieke functies van het medium fotografie.
We zullen zien.

27 december 2008

PRO - TEST

Onderstaand bericht, geplaatst op de op persfotografie gerichte maar ook breed- informatief gestoffeerde blog van Jan-Edward, illustreert in een zekere zin het nakend failliet van de "professionele" (pers)fotografie, failliet dat de beroepsfotografen gedeeltelijk aan zichzelf te 'danken' hebben.

Waar ze in jammerende maar tegelijk ook pretentieuze bewoordingen menen te moeten gewagen van "een devaluatie van het vak" en "een bedreiging voor de noodzakelijke professionele kwaliteit" zouden ze beter eerst eens op de eigen borst kloppen. Naast de onmiskenbare invloed van de steeds groter wordende standaard-uniforme perfectie en het gebruiksgemak op het vlak van de automatisering en digitalisering van het medium als techniek en technisch apparaat, gekoppeld aan lage kosten en grote verspreiding, is de inhoudelijke "devaluatie' van de (pers)fotografie het gevolg van een nonchalante houding van de beroepsfotografen zelf tegenover hun medium en zijn specifieke functies en zeggingskracht.

Onder de nefaste invloed van een veralgemeende "verkunsting" van het fotografisch beeld en in het bijzonder van de hedendaagse artistiek-conceptuele opvattingen en trends dat "alles kunst kan en moet zijn", menen vele beroepsfotografen - onder het dwaas en verdwazend motto 'hoe minder visie en inhoud, hoe meer kunst' - dat zelfs de meest banale en niets zeggende foto een "kunstwerk" is en dus sowieso geschikt voor publicatie en expositie. Dan moet men ook niet verwonderd en zeker niet verontwaardigd zijn als uitgevers tot de bevinding komen dat het aan de lopende band produceren van 'de meest banale en niets zeggende foto's' niet het exclusief voorrecht kan zijn van "beroepsfotografen" maar in het bereik en de mogelijkheden ligt van Jan en Alleman die over een digitaal foto/video apparaatje of zelfs over een doodgewoon multifunctioneel mobieltje beschikt. Klik, klik, klik en weer een "kunstwerk", nog een en nog een...enz.

Als men er bovendien als persfotograaf geen punt van maakt om ongebreideld en ongegeneerd gebruik en misbruik te maken van de quasi ongelimiteerde mogelijkheden van de digitale manipulatietechnieken waardoor optisch geregistreerde beelden naar wens en behoeven (het financieel doel heiligt de middelen) in professionele "arty plaatjes" worden omgetoverd, ja, dan klinkt het argument van de bedreiging van de "noodzakelijke professionaliteit" wel erg hol, tegenstrijdig en vals. (zie in dit verband ook de recente items op de blog van Jan-Edward over de Nederlandse fotojournalist- meester - beeldmanipulator Jean-Pierre Jans)


Daarom blijf ik ook zeggen, benadrukken en herhalen: het wordt hoog tijd dat (pers)fotografen zich meer gaan concentreren op een bewust en doordacht gestructureerde maatschappelijk gerelateerde inhoud, betekenis en zeggingskracht van hun fotografische beelden i.p.v. op vrijblijvende, ondoelmatige en automatisch geproduceerde "kunst" en zijn kunstige vormen en non-vormen, meer met hun analoog 'hoofd' werken dan met hun digitaal 'apparaat', meer respect hebben voor zichzelf én voor hun publiek én voor de wezenlijke functies van hun medium i.p.v. zich te laten leiden door misplaatste eerzucht als "kunstenaar" en het gemakkelijk geldgewin dat hiermee wordt geassocieerd.




woensdag, december 03, 2008

Protest van Belgische Vereniging Beroepsfotografen

De Nationale Vereniging van Beroepsfotografen in België protesteert tegen het voornemen van mediagroep Corelio om vanaf 2009 voor de regionale pagina's van Het Nieuwsblad voor foto's niet langer beroep te doen op professionele fotografen maar op de schrijvende medewerkers. De maatregel is een onderdeel van de herstructurering die Corelio dinsdag bekendmaakte.

In een mededeling aan de medewerkers stelde hoofdredacteur Peter Vandermeersch dinsdag dat ook de aanlevering van het algemeen regionaal nieuws herzien wordt. "De technologie is zodanig geëvolueerd dat beeldmateriaal niet langer het exclusieve terrein is van specialisten. Met digitale fototoestellen beeldmateriaal versturen via internet is voor iedereen haalbaar en de basistechnieken voor fotografie zijn voor iedereen toegankelijk", aldus Vandermeersch.

De beroepsorganisatie bestempelt de beslissing als een devaluatie van het vak, broodroof voor erkende persfotografen en een bedreiging voor de noodzakelijke professionele kwaliteit. "Dit is een terugkeer naar de tijd waarin al wie kon lezen en schrijven zich als journalist kon voordoen", aldus de Nationale Vereniging van Beroepsfotografen.

Dat Corelio de betrokken schrijvende medewerkers voortaan 16 euro per foto wil betalen, noemt de beroepsorganisatie "beneden alle peil".

Bron: Belga.
# posted by Jan-Edward : 18:42

25 december 2008

1 TAAL IS NOOIT GENOEG NIE



Sal jy met my dans, assblief?


Ja, 'n bietjie!




GESEËNDE KERSFEES EN 'N GELUKKIGE NUWE JA
AR!







ANDER NUUS VOLG OP HIERDIE WEBWERF



Ek is lief vir jou

LEKKER DAG!