WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


26 augustus 2009

ALBUM : OBSERVATION (9) [ LA FOULE EN FILE ]



Klik op dit beeld als U het in een groter formaat wil zien op mijn album site.


25 augustus 2009

FOTOGRAFIE : DE KASK MASTERS 2009 /1 : BIEKE DEPOORTER

Webpagina KASKWEEK 2009 : BIEKE DEPOORTER

1. Het project:

De versbakken KASK meesteres BIEKE DEPOORTER beschrijft haar afstudeer project als volgt:

"Driemaal één maand lang liet ik me meevoeren met de Transsiberische trein, langs vergeten dorpen, van woonkamer tot woonkamer. Enkele neergeschreven Russische woorden volstonden om opgenomen te worden in de warme chaos van het gezin. Toevallige ontmoetingen bepaalden mijn slaapplaatsen.
De woonkamer als epicentrum van hun leven zorgt voor een intiem contact tussen de Russische bewoners. Hier wordt zowel geslapen als gegeten, gedronken en geweend. Ik maakte hier even deel van uit. Hun zetel werd voor één nacht mijn bed. Zo beleefde ik momenten van kortstondige maar krachtige betrokkenheid.
En nadien trok ik onvermijdelijk weer verder."

Dit is in ieder geval iets wat met recht en reden een PROJECT mag worden genoemd. Het werd blijkbaar goed overdacht en gepland én er werden inspanningen geleverd, wat uiteraard nog niet meteen garant staat voor een goede uitwerking en zeker niet voor een resultaat dat als een samenhangend, betekenisvol beeld (foto) dokument kan worden betiteld, hoe groot de persoonlijke betrokkenheid ook moge geweest zijn. Zoals de beschrijving van het project eigenlijk al aangeeft en zoals het ook uit de op het web beschikbare foto's blijkt : dit project steunt iets te veel op het toeval om een afgewerkt, uitgerijpt, voldragen en sturend beeld verhaal als geheel te kunnen bieden. Het blijft nochtans -als afstudeer project - een creatief opgevat, rijk gevuld maar tegelijk ook iets té veelzijdig belicht, boeiend werkstuk, een zeer degelijk platform om op verder te bouwen. In mijn ogen, het beste, en eigenlijk ook het enige échte project - die naam waardig - uit de gehele Kask master foto mand 2009.

2. De fotografische resultaten:

Deze fotografe is één van de uiterst zeldzame Kask masters 2009 die zich de moeite heeft getroost om een eigen webwerfje voor haar eindwerk op te zetten. Dit getuigt niet enkel van enige deugdelijke professionele ingesteldheid maar vooral ook van enig respect voor zichzelf, het gestelde doel, het geleverde werk en het bereikte resultaat, alsmede van enig respect voor potentiële geïnteresseerde 'externe waarnemers', gemeenzaam 'het publiek' genoemd, zoals bedenker en schrijver dezes, bv, maar niet in het minst ook voor alle mensen die bereidwillig en gastvrij als fotografisch 'onderwerp' in dit project hebben gefungeerd.

Het persoonlijk webwerfje van BIEKE DEPOORTER laat in elk geval toe, maakt het zonder meer mogelijk om een meer compleet en informatief beeld te krijgen, zowel van haar eindwerk zelf als van andere, eerdere of toekomstige plannen, visies en resultaten. Het klinkt als en het is ook een simpele waarheid als een simpele koe dat men dan natuurlijk effectief plannen, visies en resultaten moet hebben... om ze te kunnen voorleggen, zoals BIEKE DEPOORTER dit hier ook doet en bewijst.

Wat me bij het bekijken (via het webwerfje van BIEKE DEPOORTER) van de beelden van dit project, het eerst en het meest opviel, is de 'natuurlijke kracht' die in het fotografisch beeld ligt, de kracht van het beeld op zich, zoals het grotendeels ongekunsteld en ongezuiverd (digitaal) werd gecapteerd, gedeeltelijke 'onder- of overbelichting' en digitale 'ruis' inbegrepen. De intense en bijna exclusieve aandacht voor en op het onderwerp zelf, als een menselijk en/of maatschapppelijk fenomeen, zonder (al te veel) rekening te houden met compositorische overwegingen of 'wetmatigheden', laat staan met vooropgezette 'artistieke' doelen of berekeningen. Werkend met het voorhanden zijnde licht ook, hier en daar slechts ondersteund of geaccentueerd met een weloverwogen inbreng van (meestal onrechtstreeks gereflecteerd) kunst (flits) licht. Dit zorgt ervoor dat de aandacht geheel en ook met betrokkenheid en respect op het onderwerp zelf, de inhoud en dus het gestelde humanitair-documentair fotografisch doel komt te liggen, hoewel BIEKE DEPOORTER tezelfdertijd een goed oog heeft voor wat het zoekerbeeld vormelijk en compositorisch versterkend kan bijbrengen, evenwel steeds de voorrang gevend aan 'WAT' er te capteren valt, niet aan 'hoe' men dit zou kunnen doen of voorstellen.
Dit is een ziens- en werkwijze die (terug) aansluit bij de beste tradities in de humanistisch- documentaire fotografie en mijns inziens tezelfdertijd ook met de essentiële functies en opdrachten die het medium 'fotografie' als autonoom medium heeft, ook of juist vooral in de veelal zielloze en duidelijk zieltogende 'artistieke sector' die meer dan ooit nood heeft aan levensreddende injecties van 'humanitas' . Indien de grote - zo niet de grootste - Nederlandse fotograaf met een uitgesproken mondiaal humanistische visie, ED VANDERELSKEN, nog leefde, hij zou me ongetwijfeld volmondig kunnen en willen bijtreden.
Het klinkt misschien wat belegen en démodé, maar het aloude en gedegen 'artistiek' principe, het adagium dat 'vorm en inhoud' het best één of het minstens toch onderling eens zouden moeten zijn, blijft mijns inziens wel een na te streven nobel oogmerk. In het eindwerk van BIEKE DEPOORTER zou op dit vlak hoe dan ook meer dan één tandje kunnen bijgestoken geweest zijn, in de afzonderlijke beelden op zich, maar vooral ook in het geheel van alle beelden die het thema van dit project zouden moeten uitbeelden en naar voor brengen. In het gepresenteerde eindresultaat komt deze na te streven eenheid, die wenselijke en zelfs noodzakelijke 'synthese', toch maar zwakjes tot uiting. Naar mijn aanvoelen is dit euvel niet enkel te wijten aan een weinig gerichte en gestructureerde selectie van de beelden maar aan de aanpak, het concept en de fotografische uitwerking van het beoogde project zelf. Er is inderdaad iets té veel 'toeval' in het spel, er is iets té veel van 'alles', waardoor men door de bomen nog moeilijk het (Siberische) bos kan zien dat men voor ogen had.
Al met al toch goed, creatief, vernieuwend en inhoudelijk sterk, intens en interessant werk, in alle betekenissen van het begrip 'werk'.
Er zouden méér KASK meesters en meesteressen van dit slag en niveau moeten zijn.

24 augustus 2009

ALBUM : VISION (7) [ CITY MUSIC (HALL) ]









23 augustus 2009

ALBUM : OBSERVATION ( 8 ) [ HISTOIRE SANS PAROLES ]





Klik op dit beeld als U het in een groter formaat wil zien op mijn album site.



12 augustus 2009

ALBUM : OBSERVATION (7) [ INTROSPECTION ]




Klik op dit beeld als U het in een groter formaat wil zien op mijn album site.

1 augustus 2009

FOTOGRAFIE : INTERLUDIUM 2 : LE PRINCE JOUIT



GENTSE FEESTEN 2009 : BAL 1900 in 2009 : LE PRINCE JOUIT



Ik ben nogal gesteld op gezonde en creatieve evenwichten tussen en onder de seksen en dus ook in mijn persoonlijke sensuele en seksuele belevingen, evenals in mijn fotografische onderwerpen. Daarom voelde ik, naast een prinses, hier ook de nood aan een prins. Op bovenstaande foto wordt die evenwichtsrol voorbeeldig vervuld door de toch wel heel knap ogende mannelijke adolescent, centraal in het beeld, met het rond sensueel 1900 bolhoedje op z'n al even sensuele 2009 koppie, onderwijl zeer geïnteresseerd, geconcentreerd, geamuseerd, verwonderd en bewonderend kijkend naar onbekende 'boodschappen' op het schermpje van het handmobiele tele tijd machientje in de hand van de man naast hem. Die man is zichtbaar van heel wat verder gevorderde leeftijd, te zien aan de duidelijke sporen van uiterlijk lichamelijk verval en plaatselijke uitval. Het leven is een voortschrijdend proces van aftakeling, zoveel is zeker. Een (weliswaar magere) troost is, dat een omgekeerd proces nog veel erger zou zijn!

De adolescentie is zowat de mooiste periode in het leven, vind ik, hoewel men veelal beweert dat het een 'moeilijke' levensperiode is. Ik zelf heb daar - buiten wat tijdelijke last van adelescentiepuistjes en iets later - zeer sporadisch - ook van enkele gemeen opduikende geslachtsgemeenschapskwaaltjes en enige langer durende verwarring in de diverse doelen en potenties van de diverse soorten sexuele functies en mogelijkheden- nooit last van gehad, integendeel. Bergen, hele bergketens, bergtoppen, hoge pieken van plezier, 'jouissance', genoegens en genoegdoeningen heb ik beklommen en beleefd. "Heb ik beklommen en beleefd", dat is dus wel degelijk een voltooide tijd, in het Nederlands, en idem dito in alle andere talen van de menselijke soort. Bijgevolg - aan de mogelijks adolescerende of in de post adolescentie verkerende lezers en lezeressen- vergeet vooral niet 'jouïssant' te leven, zolang het sop de (adolescente) kool waard is... en gun de van de hoge bergen afdalende 'oudjes' die zich vooral met zoete herinneringen tevreden moeten stellen en zichzelve behelpen, ook nog wat, wees gul en (voorzichtig) behulpzaam, zoals het wel opgevoede jongeheren en jongedames past!

Bovenstaande foto (Le Prince Jouit) straalt, evenals de eerder geplaatste foto (La Princesse va Pisser), ook iets uit van het 'schone in het lelijke', hij heeft iets onnoemelijk 'vunzig' en ook iets onbenoembaar 'geil', vind ik, en dus moge ik zo vrij zijn hem bij de categorie 'goede' foto's te rekenen.

In de rand hiervan, wil ik opmerken dat zowat alle foto's van de internationaal beroemde fotograaf HENRI CARTIER BRESSON, au fond, markante fotografische uitbeeldingen zijn van het 'schone in het lelijke', het (secundair) element 'geil' inbegrepen, zoals moge blijken uit, onder meer, deze 2 foto's van Henri Cartier Bresson [HCB/Magnum copyright]







In vergelijking hiermee is de foto 'Le Prince Jouit' van het 'brave', het gesublimeerde type 'geil' te noemen, eerder in de trant van de smaak van ROLAND BARTHES, hoewel deze fijnbesnaarde kunst kenner en eminente criticus - bij momenten- een zeer bijzondere, ongewone en zelfs pervers morbide voorliefde aan de dag legde voor 'het schone in het lelijke', onder meer in foto's.
Het is een gewaagde veronderstelling, maar ik sluit - virtueel uiteraard- niet uit dat Roland Barthes meer 'gekickt' zou hebben op de (in de foto 'Le Prince Jouit' ) op de tafel liggende paraplu dan op het sensuele koppie van Le Beau Prince en zodoende de PARAPLU ook tot 'PUNCTUM' van deze foto zou hebben benoemd en gepromoveerd. Het is verdedigbaar, maar het blijft gewaagd...en een beetje obscuur, zoals de camera obscura.

Ik ga hier nu niet uitgebreid beginnen 'neuten' over de betekenis van het HCB adagium "le moment(ou l'instant) décisif" dat -zoals ik al eerder zei- eigenlijk een trucje was van HCB om de tekorten van het stilstaand fotografisch (documentair) beeld tov het bewegend beeld, weg te moffelen, maar dat belet hoegenaamd niet dat het toepassen van "le moment décisif", heel effectief kan werken en aan een fotografisch stilstaand beeld een reëel surplus kan geven waardoor het objectief van andere foto's kan worden onderscheiden, in tegenstelling tot de veelal lichtvoetige en soms lichtzinnige theorieën over de subjectieve natuur en kwaliteiten van foto's en over de beslissende rol van het (naar een foto) kijkend 'subject' ( "le sujet décisif" ?).
In de foto 'Le Prince Jouit' zit in elk geval een flits van een "instant décisif", vooral in de houdingen en de uitdrukkingen die uit het koppie van 'Le Beau Prince' en uit zijn naast hem gezeten maatje met het handmobiele tele tijd machientje stralen, gekoppeld aan de hele context van deze foto, een sfeerbeeld van het evenement 'bal 1900' tijdens de Gentse feesten 2009.

Deze foto zegt dus ook iets, vertelt iets, zij het eerder in termen van tijdstegenstellingen die weliswaar een humoristisch, zelfs lachwekkend tintje hebben, maar ook een meer verborgen 'fond' dragen die -via het kader van het 'bal 1900' - méér zegt over de huidige mens in de huidige tijd (onder meer de mens in de Gentse feesten) dan over het evenement 'bal 1900'. Het jaarlijks georganiseerde Gentse feesten evenement 'bal 1900' in de setting van de historische Kouter heeft bovendien helemaal niets weg van de burleske gekdoenerij van zotte verkleedpartijen, karnavals of sommige travestieshows of 'gay parades'. Het gaat er eigenlijk vrij 'deftig', burgerlijk ingehouden en ingetogen aan toe, zoals dat indertijd op de echte bals op de Kouter van het begin van de 20ste eeuw werkelijk het geval moet geweest zijn. De (gekostumeerde) deelnemers aan dit evenement zijn of voelen zich geen 'feesten zotten', maar leven zich blijkbaar mentaal nostalgisch in de gecreëerde historische situatie en sfeer in, met een bepaald aanvoelbaar 'heimwee' naar de pracht en praal maar ook naar de 'eenvoud en simpelheid' van vervlogen tijden, terwijl dit natuurlijk onvermijdelijk moet botsen met de verwachtingen, verplichtingen, noden, faciliteiten, regels, gebruiken, zeden en gewoonten van de mens en de samenleving van 2009.

Het lijkt wel een uiting te zijn van een soort mentaal sado-masochisme, uiterlijk verpakt in een schoon pak, met een schone strik...mon Beau Prince Gosse, ma Jolie Petite Princesse...Principe mio Chico Guapo, Bellisima Princesa Chica mia...
Verklankt in de uiterst mooie, soepele Spaanse taal klinkt het nog anders en plastischer, vind ik. Dit is het verschil tussen talen en dat maakt dus ook een verschil in klanken en verklanken maar tegelijkertijd ook in onze mentale en emotieve percepties over de mensen en de dingen waarbij met elk 'equivalent' woord in de verschillende talen eigenlijk andere percepties verbonden zijn, ongeveer zoals ook elk 'equivalent' beeld van verschillende 'fotografen' verschillend kan zijn, althans in 'de goede fotografie'.

'De goede fotografie' - en hiermee bedoel ik onverkort en overhuld een maatschappelijk zinvolle en betekenisvolle fotografie - geeft ons ten gronde steeds een of ander duidelijk en objectief waarneembaar (gedeeltelijk) antwoord op de vraag 'WIE' de fotograaf is en 'WAT' hij/zij te vertellen heeft.
Zeer geregeld neem ik een (zeer lijvig) lees- en fotoboek - uitgegeven in 2003 door Gallimard/Bibliothèque nationale de France - over leven en werken van HENRI CARTIER BRESSON ter hand om daarin te lezen en te herlezen over de mens-humanist-fotograaf-kunstenaar-kunstminnaar Henri Cartier Bresson, te kijken en opnieuw te kijken naar zijn foto's die mij steeds iets (nieuw) zeggen over hoe hij de / zijn wereld zag, aanvoelde, beoordeelde en om daarbij ook iets te ontdekken van de vele soorten vormgevingen, werkwijzen en visueel-optische trucs die hij gebruikte om expressief maar eenvoudig en zuiver, gestalte en uitdrukking te geven aan wat hij aan de 'anderen' wou vertellen. Dit boek draagt niet voor niets de titel "DE QUI S'AGIT-IL?", een vraag die complementair is met de vraag "DE QUOI S'AGIT-IL?", evenals de antwoorden op die vragen.
Vele hedendaagse 'fotografen' die zeggen dat ze de fotografie van Henri Cartier Bresson 'cool' vinden en hem hun 'favoriet' of 'idool' noemen, lezen of begrijpen de titel van voormeld boek-referentie werk niet, desgevallend niet omdat de titel in de Franse taal is verwoord, maar omdat ze niet kunnen of willen 'zien' dat het in 'de goede fotografie' en voor de ' goede fotograaf' ten gronde draait om het geven van fotografisch expressief uitgedrukte antwoorden op de vraag 'wie ben ik als mens, wat is mijn visie, aanvoelen en wat heb ik aan de anderen te vertellen?' DE QUI S'AGIT-IL ?

In voormeld boek, waarvan in 2006 door Thames & Hudson ook een Engelstalige editie is gepubliceerd onder de titel "HCB : the Man, the Image and the World", lees ik onder meer het volgende :

" C'est le splendide mystère de la photographie, que l'essence de l'art ait si peu à voir avec la photo elle-même. Réaliser l'image - surtout dans le genre que Cartier-Bresson a cultivé - est chose simple et rapide. La difficulté réside ici dans tout le reste : dans le tout de la relation du photographe au monde."

Deze (door de Franse uitgever vertaalde) uitspraak is van PETER GALASSI, 'chief curator of the photography department at the Museum Of Modern Art - New York' en komt dus uit een onverdachte hoek.

Bijzondere en interessante zienswijzen van PETER GALASSI over 'fotografie', 'amateur fotografie', 'kunst' en 'picturalisme' kan U - weliswaar zeer beknopt maar met de nagel op de kop - hierna zien en horen :




De hier gebruikte term 'amateur fotograaf' betekent hier niet het niet bezitten van de status 'gediplomeerd fotograaf' maar slaat enkel op de visie en de houding van een wel dan niet gediplomeerde fotograaf mbt het gebruik, de betekenis en het doel van het medium fotografie. In die zin bewijzen, ook heden ten dage nog, heel wat formeel 'gediplomeerde fotografen' in de feiten 'amateur fotografen' te zijn. Deze vaststelling heeft veel, zo niet alles te maken met de evoluties en de voortschrijdende perfecties in de micro electronica, de 'automatica' en de digitale technieken, zowel in de hardware als in de software componenten, die - opmerkenswaardig paradoxaal - het accent en de aandacht volledig verlegd en verschoven hebben van 'de individuele kennis en beheersing van de techniek van het apparaat en het proces' naar 'de maatschappelijke appreciatie van het beeld van de fotograaf' !!
Daardoor vallen immers heel wat professioneel gediplomeerde 'professionele fotografen' door de professionele fotografie mand, omdat ze, niettegenstaanda al hun kennis en wetenschap over en van apparaten, hardware en software, geen of onvoldoende invulling blijken te kunnen geven aan de primordiaal gestelde (professionele) vereisten van 'de maatschappelijke appreciatie van het beeld van de fotograaf'.
Dit toont niet alleen aan dat goed klinkende ' fotografie diploma's ' op zich niet zomaar gelijk te stellen met 'goede fotografen' maar dat er blijkbaar ook iets schort, 'mankeert' aan de doelstellingen, methoden en zienswijzen van de erkende hedendaagse 'fotografie instituten en monumenten'.

Wie de inspanning en het geduld kan opbrengen om nog wat dieper te willen graven en nog iets meer op te steken van, onder andere, de meningen van Peter Galassi kan hieronder zijn gading vinden in een interessant video fragment uit 1996, een gesprek met en tussen PETER GALASSI, GILLES PERESS en JAMES NACHTWEY over 'goede (documentair-journalistieke) fotografie' in het kader van het beste uit de 'New York Times photographs'.

Vooral in de documentair-journalistieke fotografie is het element 'schoonheid in de lelijkheid' vaak prominent aanwezig, in het bijzonder in die facetten waar de waanzin en de gruweldaden van het mensdom in beeld worden gebracht, waarbij de grenzen van het moreel draaglijke en aanvaardbare dreigen te worden overschreden of overschreden worden waardoor de fotografische captatie of interpretatie van de 'schoonheid in de lelijkheid' tot een onverdraaglijke perversiteit kan worden herleid.

Ik wens U desalniettemin veel 'goede inzichten' toe, na het bekijken en beluisteren van onderstaand video fragment!




[ om de video te starten, klik op het 'PLAY' pijltje, links onder ]