GENTSE FEESTEN 2009 : BAL 1900 in 2009 : LE PRINCE JOUIT
Ik ben nogal gesteld op gezonde en creatieve evenwichten tussen en onder de seksen en dus ook in mijn persoonlijke sensuele en seksuele belevingen, evenals in mijn fotografische onderwerpen. Daarom voelde ik, naast een prinses, hier ook de nood aan een prins. Op bovenstaande foto wordt die evenwichtsrol voorbeeldig vervuld door de toch wel heel knap ogende mannelijke adolescent, centraal in het beeld, met het rond sensueel 1900 bolhoedje op z'n al even sensuele 2009 koppie, onderwijl zeer geïnteresseerd, geconcentreerd, geamuseerd, verwonderd en bewonderend kijkend naar onbekende 'boodschappen' op het schermpje van het handmobiele tele tijd machientje in de hand van de man naast hem. Die man is zichtbaar van heel wat verder gevorderde leeftijd, te zien aan de duidelijke sporen van uiterlijk lichamelijk verval en plaatselijke uitval. Het leven is een voortschrijdend proces van aftakeling, zoveel is zeker. Een (weliswaar magere) troost is, dat een omgekeerd proces nog veel erger zou zijn!
De adolescentie is zowat de mooiste periode in het leven, vind ik, hoewel men veelal beweert dat het een 'moeilijke' levensperiode is. Ik zelf heb daar - buiten wat tijdelijke last van adelescentiepuistjes en iets later - zeer sporadisch - ook van enkele gemeen opduikende geslachtsgemeenschapskwaaltjes en enige langer durende verwarring in de diverse doelen en potenties van de diverse soorten sexuele functies en mogelijkheden- nooit last van gehad, integendeel. Bergen, hele bergketens, bergtoppen, hoge pieken van plezier, 'jouissance', genoegens en genoegdoeningen heb ik beklommen en beleefd. "Heb ik beklommen en beleefd", dat is dus wel degelijk een voltooide tijd, in het Nederlands, en idem dito in alle andere talen van de menselijke soort. Bijgevolg - aan de mogelijks adolescerende of in de post adolescentie verkerende lezers en lezeressen- vergeet vooral niet 'jouïssant' te leven, zolang het sop de (adolescente) kool waard is... en gun de van de hoge bergen afdalende 'oudjes' die zich vooral met zoete herinneringen tevreden moeten stellen en zichzelve behelpen, ook nog wat, wees gul en (voorzichtig) behulpzaam, zoals het wel opgevoede jongeheren en jongedames past!
Bovenstaande foto (Le Prince Jouit) straalt, evenals de eerder geplaatste foto (La Princesse va Pisser), ook iets uit van het 'schone in het lelijke', hij heeft iets onnoemelijk 'vunzig' en ook iets onbenoembaar 'geil', vind ik, en dus moge ik zo vrij zijn hem bij de categorie 'goede' foto's te rekenen.
In de rand hiervan, wil ik opmerken dat zowat alle foto's van de internationaal beroemde fotograaf HENRI CARTIER BRESSON, au fond, markante fotografische uitbeeldingen zijn van het 'schone in het lelijke', het (secundair) element 'geil' inbegrepen, zoals moge blijken uit, onder meer, deze 2 foto's van Henri Cartier Bresson [HCB/Magnum copyright]
De adolescentie is zowat de mooiste periode in het leven, vind ik, hoewel men veelal beweert dat het een 'moeilijke' levensperiode is. Ik zelf heb daar - buiten wat tijdelijke last van adelescentiepuistjes en iets later - zeer sporadisch - ook van enkele gemeen opduikende geslachtsgemeenschapskwaaltjes en enige langer durende verwarring in de diverse doelen en potenties van de diverse soorten sexuele functies en mogelijkheden- nooit last van gehad, integendeel. Bergen, hele bergketens, bergtoppen, hoge pieken van plezier, 'jouissance', genoegens en genoegdoeningen heb ik beklommen en beleefd. "Heb ik beklommen en beleefd", dat is dus wel degelijk een voltooide tijd, in het Nederlands, en idem dito in alle andere talen van de menselijke soort. Bijgevolg - aan de mogelijks adolescerende of in de post adolescentie verkerende lezers en lezeressen- vergeet vooral niet 'jouïssant' te leven, zolang het sop de (adolescente) kool waard is... en gun de van de hoge bergen afdalende 'oudjes' die zich vooral met zoete herinneringen tevreden moeten stellen en zichzelve behelpen, ook nog wat, wees gul en (voorzichtig) behulpzaam, zoals het wel opgevoede jongeheren en jongedames past!
Bovenstaande foto (Le Prince Jouit) straalt, evenals de eerder geplaatste foto (La Princesse va Pisser), ook iets uit van het 'schone in het lelijke', hij heeft iets onnoemelijk 'vunzig' en ook iets onbenoembaar 'geil', vind ik, en dus moge ik zo vrij zijn hem bij de categorie 'goede' foto's te rekenen.
In de rand hiervan, wil ik opmerken dat zowat alle foto's van de internationaal beroemde fotograaf HENRI CARTIER BRESSON, au fond, markante fotografische uitbeeldingen zijn van het 'schone in het lelijke', het (secundair) element 'geil' inbegrepen, zoals moge blijken uit, onder meer, deze 2 foto's van Henri Cartier Bresson [HCB/Magnum copyright]
In vergelijking hiermee is de foto 'Le Prince Jouit' van het 'brave', het gesublimeerde type 'geil' te noemen, eerder in de trant van de smaak van ROLAND BARTHES, hoewel deze fijnbesnaarde kunst kenner en eminente criticus - bij momenten- een zeer bijzondere, ongewone en zelfs pervers morbide voorliefde aan de dag legde voor 'het schone in het lelijke', onder meer in foto's.
Het is een gewaagde veronderstelling, maar ik sluit - virtueel uiteraard- niet uit dat Roland Barthes meer 'gekickt' zou hebben op de (in de foto 'Le Prince Jouit' ) op de tafel liggende paraplu dan op het sensuele koppie van Le Beau Prince en zodoende de PARAPLU ook tot 'PUNCTUM' van deze foto zou hebben benoemd en gepromoveerd. Het is verdedigbaar, maar het blijft gewaagd...en een beetje obscuur, zoals de camera obscura.
Ik ga hier nu niet uitgebreid beginnen 'neuten' over de betekenis van het HCB adagium "le moment(ou l'instant) décisif" dat -zoals ik al eerder zei- eigenlijk een trucje was van HCB om de tekorten van het stilstaand fotografisch (documentair) beeld tov het bewegend beeld, weg te moffelen, maar dat belet hoegenaamd niet dat het toepassen van "le moment décisif", heel effectief kan werken en aan een fotografisch stilstaand beeld een reëel surplus kan geven waardoor het objectief van andere foto's kan worden onderscheiden, in tegenstelling tot de veelal lichtvoetige en soms lichtzinnige theorieën over de subjectieve natuur en kwaliteiten van foto's en over de beslissende rol van het (naar een foto) kijkend 'subject' ( "le sujet décisif" ?).
In de foto 'Le Prince Jouit' zit in elk geval een flits van een "instant décisif", vooral in de houdingen en de uitdrukkingen die uit het koppie van 'Le Beau Prince' en uit zijn naast hem gezeten maatje met het handmobiele tele tijd machientje stralen, gekoppeld aan de hele context van deze foto, een sfeerbeeld van het evenement 'bal 1900' tijdens de Gentse feesten 2009.
Deze foto zegt dus ook iets, vertelt iets, zij het eerder in termen van tijdstegenstellingen die weliswaar een humoristisch, zelfs lachwekkend tintje hebben, maar ook een meer verborgen 'fond' dragen die -via het kader van het 'bal 1900' - méér zegt over de huidige mens in de huidige tijd (onder meer de mens in de Gentse feesten) dan over het evenement 'bal 1900'. Het jaarlijks georganiseerde Gentse feesten evenement 'bal 1900' in de setting van de historische Kouter heeft bovendien helemaal niets weg van de burleske gekdoenerij van zotte verkleedpartijen, karnavals of sommige travestieshows of 'gay parades'. Het gaat er eigenlijk vrij 'deftig', burgerlijk ingehouden en ingetogen aan toe, zoals dat indertijd op de echte bals op de Kouter van het begin van de 20ste eeuw werkelijk het geval moet geweest zijn. De (gekostumeerde) deelnemers aan dit evenement zijn of voelen zich geen 'feesten zotten', maar leven zich blijkbaar mentaal nostalgisch in de gecreëerde historische situatie en sfeer in, met een bepaald aanvoelbaar 'heimwee' naar de pracht en praal maar ook naar de 'eenvoud en simpelheid' van vervlogen tijden, terwijl dit natuurlijk onvermijdelijk moet botsen met de verwachtingen, verplichtingen, noden, faciliteiten, regels, gebruiken, zeden en gewoonten van de mens en de samenleving van 2009.
Het lijkt wel een uiting te zijn van een soort mentaal sado-masochisme, uiterlijk verpakt in een schoon pak, met een schone strik...mon Beau Prince Gosse, ma Jolie Petite Princesse...Principe mio Chico Guapo, Bellisima Princesa Chica mia...
Verklankt in de uiterst mooie, soepele Spaanse taal klinkt het nog anders en plastischer, vind ik. Dit is het verschil tussen talen en dat maakt dus ook een verschil in klanken en verklanken maar tegelijkertijd ook in onze mentale en emotieve percepties over de mensen en de dingen waarbij met elk 'equivalent' woord in de verschillende talen eigenlijk andere percepties verbonden zijn, ongeveer zoals ook elk 'equivalent' beeld van verschillende 'fotografen' verschillend kan zijn, althans in 'de goede fotografie'.
'De goede fotografie' - en hiermee bedoel ik onverkort en overhuld een maatschappelijk zinvolle en betekenisvolle fotografie - geeft ons ten gronde steeds een of ander duidelijk en objectief waarneembaar (gedeeltelijk) antwoord op de vraag 'WIE' de fotograaf is en 'WAT' hij/zij te vertellen heeft.
Zeer geregeld neem ik een (zeer lijvig) lees- en fotoboek - uitgegeven in 2003 door Gallimard/Bibliothèque nationale de France - over leven en werken van HENRI CARTIER BRESSON ter hand om daarin te lezen en te herlezen over de mens-humanist-fotograaf-kunstenaar-kunstminnaar Henri Cartier Bresson, te kijken en opnieuw te kijken naar zijn foto's die mij steeds iets (nieuw) zeggen over hoe hij de / zijn wereld zag, aanvoelde, beoordeelde en om daarbij ook iets te ontdekken van de vele soorten vormgevingen, werkwijzen en visueel-optische trucs die hij gebruikte om expressief maar eenvoudig en zuiver, gestalte en uitdrukking te geven aan wat hij aan de 'anderen' wou vertellen. Dit boek draagt niet voor niets de titel "DE QUI S'AGIT-IL?", een vraag die complementair is met de vraag "DE QUOI S'AGIT-IL?", evenals de antwoorden op die vragen.
Vele hedendaagse 'fotografen' die zeggen dat ze de fotografie van Henri Cartier Bresson 'cool' vinden en hem hun 'favoriet' of 'idool' noemen, lezen of begrijpen de titel van voormeld boek-referentie werk niet, desgevallend niet omdat de titel in de Franse taal is verwoord, maar omdat ze niet kunnen of willen 'zien' dat het in 'de goede fotografie' en voor de ' goede fotograaf' ten gronde draait om het geven van fotografisch expressief uitgedrukte antwoorden op de vraag 'wie ben ik als mens, wat is mijn visie, aanvoelen en wat heb ik aan de anderen te vertellen?' DE QUI S'AGIT-IL ?
In voormeld boek, waarvan in 2006 door Thames & Hudson ook een Engelstalige editie is gepubliceerd onder de titel "HCB : the Man, the Image and the World", lees ik onder meer het volgende :
" C'est le splendide mystère de la photographie, que l'essence de l'art ait si peu à voir avec la photo elle-même. Réaliser l'image - surtout dans le genre que Cartier-Bresson a cultivé - est chose simple et rapide. La difficulté réside ici dans tout le reste : dans le tout de la relation du photographe au monde."
Deze (door de Franse uitgever vertaalde) uitspraak is van PETER GALASSI, 'chief curator of the photography department at the Museum Of Modern Art - New York' en komt dus uit een onverdachte hoek.
Bijzondere en interessante zienswijzen van PETER GALASSI over 'fotografie', 'amateur fotografie', 'kunst' en 'picturalisme' kan U - weliswaar zeer beknopt maar met de nagel op de kop - hierna zien en horen :
De hier gebruikte term 'amateur fotograaf' betekent hier niet het niet bezitten van de status 'gediplomeerd fotograaf' maar slaat enkel op de visie en de houding van een wel dan niet gediplomeerde fotograaf mbt het gebruik, de betekenis en het doel van het medium fotografie. In die zin bewijzen, ook heden ten dage nog, heel wat formeel 'gediplomeerde fotografen' in de feiten 'amateur fotografen' te zijn. Deze vaststelling heeft veel, zo niet alles te maken met de evoluties en de voortschrijdende perfecties in de micro electronica, de 'automatica' en de digitale technieken, zowel in de hardware als in de software componenten, die - opmerkenswaardig paradoxaal - het accent en de aandacht volledig verlegd en verschoven hebben van 'de individuele kennis en beheersing van de techniek van het apparaat en het proces' naar 'de maatschappelijke appreciatie van het beeld van de fotograaf' !!
Daardoor vallen immers heel wat professioneel gediplomeerde 'professionele fotografen' door de professionele fotografie mand, omdat ze, niettegenstaanda al hun kennis en wetenschap over en van apparaten, hardware en software, geen of onvoldoende invulling blijken te kunnen geven aan de primordiaal gestelde (professionele) vereisten van 'de maatschappelijke appreciatie van het beeld van de fotograaf'.
Dit toont niet alleen aan dat goed klinkende ' fotografie diploma's ' op zich niet zomaar gelijk te stellen met 'goede fotografen' maar dat er blijkbaar ook iets schort, 'mankeert' aan de doelstellingen, methoden en zienswijzen van de erkende hedendaagse 'fotografie instituten en monumenten'.
Wie de inspanning en het geduld kan opbrengen om nog wat dieper te willen graven en nog iets meer op te steken van, onder andere, de meningen van Peter Galassi kan hieronder zijn gading vinden in een interessant video fragment uit 1996, een gesprek met en tussen PETER GALASSI, GILLES PERESS en JAMES NACHTWEY over 'goede (documentair-journalistieke) fotografie' in het kader van het beste uit de 'New York Times photographs'.
Vooral in de documentair-journalistieke fotografie is het element 'schoonheid in de lelijkheid' vaak prominent aanwezig, in het bijzonder in die facetten waar de waanzin en de gruweldaden van het mensdom in beeld worden gebracht, waarbij de grenzen van het moreel draaglijke en aanvaardbare dreigen te worden overschreden of overschreden worden waardoor de fotografische captatie of interpretatie van de 'schoonheid in de lelijkheid' tot een onverdraaglijke perversiteit kan worden herleid.
Ik wens U desalniettemin veel 'goede inzichten' toe, na het bekijken en beluisteren van onderstaand video fragment!
Daardoor vallen immers heel wat professioneel gediplomeerde 'professionele fotografen' door de professionele fotografie mand, omdat ze, niettegenstaanda al hun kennis en wetenschap over en van apparaten, hardware en software, geen of onvoldoende invulling blijken te kunnen geven aan de primordiaal gestelde (professionele) vereisten van 'de maatschappelijke appreciatie van het beeld van de fotograaf'.
Dit toont niet alleen aan dat goed klinkende ' fotografie diploma's ' op zich niet zomaar gelijk te stellen met 'goede fotografen' maar dat er blijkbaar ook iets schort, 'mankeert' aan de doelstellingen, methoden en zienswijzen van de erkende hedendaagse 'fotografie instituten en monumenten'.
Wie de inspanning en het geduld kan opbrengen om nog wat dieper te willen graven en nog iets meer op te steken van, onder andere, de meningen van Peter Galassi kan hieronder zijn gading vinden in een interessant video fragment uit 1996, een gesprek met en tussen PETER GALASSI, GILLES PERESS en JAMES NACHTWEY over 'goede (documentair-journalistieke) fotografie' in het kader van het beste uit de 'New York Times photographs'.
Vooral in de documentair-journalistieke fotografie is het element 'schoonheid in de lelijkheid' vaak prominent aanwezig, in het bijzonder in die facetten waar de waanzin en de gruweldaden van het mensdom in beeld worden gebracht, waarbij de grenzen van het moreel draaglijke en aanvaardbare dreigen te worden overschreden of overschreden worden waardoor de fotografische captatie of interpretatie van de 'schoonheid in de lelijkheid' tot een onverdraaglijke perversiteit kan worden herleid.
Ik wens U desalniettemin veel 'goede inzichten' toe, na het bekijken en beluisteren van onderstaand video fragment!
[ om de video te starten, klik op het 'PLAY' pijltje, links onder ]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten