Aangezien hedendaagse fotografie (en 'kunst') mij meer en meer doet denken aan lege luchtbellen, zure regen en boze of loze winden allerhande, ga ik mij (nog) meer met interessantere en plezantere dingen bezig houden, met taal en talen bv. om misschien van daaruit ook een ander zicht te kunnen krijgen op
'beeldtaal'.
Eén ding is alvast onbetwistbaar : TAAL = BEELD dwz dat gesproken en geschreven taal die door de 'ontvanger' (respectievelijk via de oren en via de ogen) ontvangen en
begrepen wordt, altijd en automatisch welbepaalde beelden (in de hersenen) genereert, altijd beelden zijn. Die beelden zijn complex en volkomen abstract maar ook altijd betekenis dragend. Ze kunnen dus niet 'gezien of bekeken', niet 'gefotografeerd', ook niet 'geprint of gekopieerd' en zeker niet 'geëxposeerd' worden maar ze hebben wel altijd een (zinvolle) betekenis, het zijn betekenende beelden, taal-beelden.
De visuele beelden die we met onze ogen waarnemen en die op zich geen (begrijpbare) taaltekens zijn, genereren in onze hersenen (weliswaar op andere locaties) ook beelden maar van een andere soort dan taal-beelden: het zijn enigszins vervormde projecties, 'kopieën' van de visueel waargenomen 'buitenwereld', hoewel ze zelf ook niet 'gekopieerd' of 'geprint' maar wel 'gearchiveerd' kunnen worden, zij het dan 'gecomprimeerd' en in een ander 'digitaal formaat'. Ze zijn niet abstract maar hebben op zich ook geen enkele betekenis.
Die visuele beelden
kunnen we (als we dat willen) evenwel ook
'lezen' dwz dat we ze via en met onze 'taal-beelden bank' opgeslagen in onze hersenen,
kunnen omzetten en interpreteren in 'taal-vorm' waardoor ze
een of andere betekenis kunnen krijgen, zonder dat ze daarom automatisch
de betekenis of de groep van betekenissen krijgen die aan taal-beelden wel (grotendeels) eenduidig vast hangen. Ze kunnen als het ware vrij worden 'vertaald'. Edoch - zoals het met vrije vertalingen meestal gaat - ze kunnen goed of slecht vertaald worden, in zinvolle gedachten dan wel in onzinnige praat en zelfs in war-taal worden omgezet. afhankelijk van het taalvermogen, de visie én het gemoed van de 'vertaler'.
Maar dit vertaal resultaat is in de eerste plaats ook afhankelijk van de vertaal mogelijkheden die het visueel beeld zelf biedt, inhoudt, van de mate waarin het 'leesbaar' is.
Kijk, laten we onze vergelijkingen eerst doortrekken naar het meest eenvoudige: als we een maagdelijk, onbeschreven wit blad papier voor onze ogen hebben, dan kunnen we daarop
niets lezen en dus ook niets begrijpen. Hetzelfde geldt voor een gelijkaardig visueel beeld, waarvan er trouwens in de hedendaagse artistieke 'fotografie' veel op de markt zijn. Die beelden zijn van nature onleesbaar en onbegrijpelijk. Als er iemand zou durven beweren dat hij/zij dat soort van beelden wél kan 'lezen', dan zegt dat alles over
die 'lezer' maar niets over
het beeld. Het levert de samenleving ook niets op, behoudens een potentiële klant voor " 't Guislain ". Sommigen durven dat juist de 'essentie' van hedendaagse 'kunst' noemen, wel ja, dan is mijn conclusie dat hedendaagse 'kunst' niet alleen zottigheid en onzin is maar bovendien als 'kunst' zelfs niet bestaat maar zich reduceert tot persoonlijke hersenspinsels en waan ideeën van individuen die zichzelf als de maatstaf der dingen beschouwen. In de psychiatrie, waar dit soort 'kunst' goed gedijt en welig tiert, noemt men dit het 'Napoleon' syndroom of - in een ergere versie - ook wel het 'Hitler/Stalin' syndroom. Het is allicht wat ver gezocht, maar de vaststelling dat zowel Hitler als Stalin uitgesproken vijanden waren van 'hedendaagse kunst', zou er kunnen op wijzen dat ze in dat soort 'kunst' een bedreigend evenbeeld van een tegenspeler en tegenstrever zagen weerspiegeld en het daarom ook
materieel wilden vernietigen, wat uiteraard op een verregaande vorm van zottigheid wijst.
Iets ingewikkelder maar toch even duidelijk is deze vergelijking: als we een geschreven tekst voor ogen krijgen van iemand die zopas een eigen persoonlijke taal (bv een geheim taal) heeft uitgevonden of een tekst opgesteld door een Chinees in het Chinees of in nep-Chinees door iemand die geen bami bal Chinees kent, dan kunnen we wel visueel
iets zien maar we kunnen het niet 'lezen', niet 'vertalen' en dus ook niet begrijpen. Hetzelfde geldt voor 'geheimtaal beelden' of 'Chinese beelden', dit zijn beelden die wel iets laten zien maar - in een gegeven maatschappelijke en culturele context - niets zeggen, niets vertellen, niet 'spreken', niet communiceren. Men kan dit ook als 'hedendaagse kunst' bezien, maar ik noem dit dan - naargelang mijn gemoed - 'eenmanskunst', 'brabbel baby kunst', ' sjineuzenkunst', sectaire, contraire, elitaire of contraproductieve 'kunst', 'gewijde kunst' of
'masturbatie kunst'.
Beelden en beelden zijn dus minstens twee: er zijn visuele 'beelden' die beeldloos zijn en dus eigenlijk niets zijn, er zijn visuele beelden die alleen maar beeld zijn maar niet 'vertaalbaar' zijn en dus geen (communiceerbare) betekenis dragen, er zijn visuele beelden die alleen door de maker ervan kunnen worden 'gelezen' en er zijn visuele beelden die communicatief helder, begrijpelijk en voor een breed publiek met ongeveer dezelfde betekenis 'leesbaar' zijn. Alleen deze laatste soort visuele beelden hebben in een zekere mate ook de kracht van taal. Laten we het 'beeldtaal' noemen.
Als de ervaren analist van fotografische beelden, JOHAN DE VOS, zegt dat 'goede' foto's voor hem ook 'complexe' foto's zijn, dan bedoelt hij daar mijns inziens niet mee dat foto's niet, slecht of moeilijk 'leesbaar' zijn maar dat ze integendeel minstens één of meer herkenbare visueel leidende of 'verleidende' elementen bevatten die de 'lezer' kan zien en aangrijpen als één of meer 'ingangen', ' waarlangs het geheel van de inhoud van de 'beeldtaal' kan worden 'gelezen', 'vertaald', begrepen en dus ook kan worden gecommuniceerd .
Deze 'beeldtaal' moet er niet alleen objectief zijn, ze moet ook objectief zichtbaar zijn.
Foto's die deze eigenschappen niet vertonen, zijn géén 'complexe' beelden, ze zijn juist doodsimpel omdat ze alleen maar 'beeld' zijn of zelfs helemaal 'niets' voorstellen. Ze zijn desgevallend wel nuttig voor zelf gebruik of voor psychotherapeutische doelen van diverse aard en graad.
Veel erotische en porno fotografie behoort daartoe, maar ik wil er onmiddellijk aan toevoegen dat er onder de grote massa van erotische en porno fotografie ook erotische of porno beelden zijn die wél en zelfs in hoge mate 'beeldtaal' bevatten, zoals sommige foto's van onder meer ANDRES SERRANO, JAN SAUDEK, WOLFGANG TILLMANS en de meeste foto's van ROBERT MAPPLETHORPE
Of visuele beelden die 'beeldtaal' bevatten ook tot de 'kunst' kunnen behoren, is afhankelijk van een invulling van het begrip 'kunst' maar - zoveel is zeker - als bepaalde vormen van 'kunst' enige communicatieve eigenschappen willen toebedeeld krijgen en dus willen kunnen getuigen van het uitdragen, uitstralen of uitwisselen van 'visies', dan zullen die visies ook minstens zichtbaar, 'leesbaar' en begrijpbaar moeten zijn. Het volstaat dan uiteraard niet dat de 'kunstenaar' of de 'kunstkenner' zomaar loos beweert of decreteert dat die 'visies' er zijn terwijl men objectief kan vaststellen dat het gros van de 'kunstkijkers' ze niet kan zien of 'lezen' of dat elke individuele 'kunstkijker' die 'visies' op een totaal andere manier gaat 'lezen' en interpreteren waardoor er niet enkel een soort wonderbaarlijke vermenigvuldiging van 'visies' ontstaat maar tevens een nog wonderbaarlijker verandering van 'water in wijn', van 'brood in vlees', van 'vis in groenten' enz. Dit kan dan niets anders worden dan een Bijbelse Bouillabaisse, een bovenaards maar duidelijk teken dat er iets grondig mis was met de 'visie' van de 'kunstenaar', ja zelfs dat er nooit een 'visie' was geweest...
Hiermee heb ik niet beweerd dat kunst per definitie visies moet inhouden en tonen maar wel dat fotografische beelden die zich als kunst willen laten gelden in elk geval elementen van 'beeldtaal' moeten bevatten. Dit geldt niet voor niet - fotografische beelden om de eenvoudige reden dat het geen foto's zijn.
Er zijn kunstkenners, academisch geschoolde en ongeschoolde fotografen en foto-fantasten die beweren dat foto's op zich geen waarde parameters behoeven maar dat de 'waarde' ervan door de kijker, de beschouwer van de foto wordt bepaald. Als dat zo is, dan kan elke kijker uiteraard beter zelf foto's nemen en zijn eigen foto's bewonderen die per definitie altijd 'waardevol' zullen worden bevonden. Dit is dan de genoegdoening en de opwindende maar volkomen steriele zelfbevrediging die - evenals de 'masturbatie kunst - ook de
'masturbatie fotografie' elkeen kan schenken. Het collectieve resultaat ervan is onder meer over grote delen van het internet uitgesmeerd.
Het medium fotografie verdient echter veel méér en daarom moeten er ook (méér) fotografen zijn die proberen 'goede' foto's te maken en te tonen, in de zin zoals ik hierboven heb geprobeerd aan te geven.