WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


12 november 2008

BRUCE GILDEN EN AANVERWANTE VERHALEN

Hierna een beknopte bespiegeling over het wezen, het doel en het nut van de fotografie, als 'reactie' op een nogal druk becommentarieerd item op de fotoblog van de Vlaamse fotograaf JIMMY KETS
die onder meer de Amerikaanse Magnum fotograaf BRUCE GILDEN tot zijn idolen rekent en daaraan ook zijn eigen fotografisch werk ten dele spiegelt, toetst of afmeet. Het verschil zit hem mijns inziens vooral hierin dat Bruce Gilden sociologie studeerde en bestudeerde vóór hij fotograaf werd en dat Jimmy Kets daar als fotograaf nog moet aan beginnen of dat 'vak' althans toch dringend indringender zou moeten onder handen nemen, zo hij in het rijtje der Groten zou wensen te belanden. Het ligt ook, zoals ik al eerder zei, een stuk bij onze Belgische kunst academies en andere kunst- en grafische instituten die de aspirant fotografen op dat vlak flagrant onvoldoende en ondoelmatig opleiden of stimuleren. Maar uiteindelijk moet men natuurlijk wel zelf tot die kennis, inzichten en attitudes (kunnen) komen en dat vergt aanleg, wil, tijd én inspanningen en bovenal ook de nodige dosis zelfrelativering, nederigheid, geduld, zelfvertrouwen én het aanvaarden van het gegeven dat fotografie op zich geen Kunst is noch kan worden maar slechts één van de bruikbare elementen of instrumenten is in de creatie van Kunst als communicatief 'totaal concept' en in het allerbeste geval (wereld top fotografie) hoogstens kan worden beschouwd, gepercipieerd als een autonome kunstvorm, door mensen die denken daar een valabele reden toe te hebben, maar in elk geval nooit door de fotograaf zelf.

Er is dus een wezenlijk verschil tussen iemand die zich 'fotograaf-kunstenaar' noemt en iemand die kunstenaar-fotograaf is. Het eerst is een (zelf)bedrieglijke luchtspiegeling, een veel voorkomende valse fata morgana, het tweede bestaat echt maar is veel zeldzamer, schaars zeg maar.
Een kunstenaar-fotograaf herkent men niet aan hoe hij/zij fotografeert (de vorm of stijl en nog minder aan het formaat van de foto) maar in eerste orde aan WAT hij/zij fotografeert en in secundaire orde aan de wijze waarop hij/zij het 'wat', zijn/haar benadering van en visie over bepaalde aan de wereld, de mens en zijn maatschappij gerelateerde fenomenen, visueel uitdrukt, beeldend vertaalt, verhaalt, communiceert en presenteert. Al de rest is 'foto technica', 'fotografica' in de pure technische betekenis van deze (licht misleidende) term zoals die nog altijd in zwang is aan onze Belgische foto academies die de schijnvertoning van een kunstzinnig-diepzinnig aandoende vorm nog altijd belangrijker vinden dan het aantoonbaar aanwezig zijn van een onderliggende reële communicatieve inhoud, onderwijl creatief voortsabbelend en voortkabbelend op de immer wisselende golfjes van vlotjes slijtbare 'trendy art'.

Hiermee loop ik al een beetje vooruit op conclusies die nog moeten komen maar de 'eerste steenlegging', het primair fundament is er blijkbaar al.





"In den beginne werd fotografie ervaren als een handige, snelle manier om iets 'af te schilderen' Later dachten sommigen dat men er ook kon mee 'schilderen'. Aangezien alle foto apparaten overal ter wereld hetzelfde voorwerp ook precies hetzelfde 'afschilderen', bedacht men allerlei technische trucs om het doen voorkomen alsof elke fotograaf hetzelfde voorwerp met hetzelfde apparaat een beetje anders 'schilderde'. Heden ten dage bedenken sommige fotografen met een fanatieke artistieke roeping allerlei foefjes om de goedgelovigen te doen geloven dat hun foto's van een bepaald voorwerp 'Kunst' zijn, in schril contrast met die foto's van hetzelfde voorwerp die geen 'Kunst' zouden zijn. Aangezien dat contrast meestal niet goed zichtbaar is, valt men als doorslaggevend (verkoops)argument terug op tot de verbeelding sprekende ' prestatie statistieken' van wedstrijden, tentoonstellingen, galeries, musea, op de schijnbaar artistiek geïnspireerde evangeliën van de 'name, fame and money makers', op de sprookjeswereld van het 'idolendom'...en op de wijdverspreide misvatting dat de Context (variaties in plaats, sfeer, afwerking, kader, formaat....) de foto tot kunst schept.

Ik ben van mening dat fotografie nog altijd is zoals het in den beginne was en mijns inziens ook zal blijven, nl. niets meer dan een handige, snelle en efficiënte manier om iets 'af te schilderen'. Hoe dat gebeurt bepaalt het apparaat en toebehoren, het enige echt interessante aan een foto is WAT er in te zien en te beleven valt. Aangezien de meeste mensen de meeste dingen gewoon zelf met hun eigen kijkapparaat, nl met hun ogen, rechtstreeks kunnen zien en beleven en dit bovendien veel beter en multifunctioneler kunnen doen dan via een vlakke afbeelding, zou een fotograaf zich af en toe eens de vraag kunnen stellen of het wel de moeite waard en zinvol is om van iets een foto te nemen onder de vorm van een tweedimensionale optische projectie en dit aan anderen te laten zien als iets wat de fotograaf heeft gezien. Een goed antwoord op die vraag vergroot de kans op een 'goede' foto. Een slecht uitgangspunt is alleszins de verwaande gedachte dat de fotograaf per definitie dingen zou kunnen zien en vastleggen die anderen met hun eigen ogen niet zouden (kunnen) zien. Dit verklaart waarom veel met artistieke pretenties behangen foto's ten gronde niets meer zijn dan totaal overbodige, nutteloze en zinloze afbeeldingen van wat iedereen zelf - en op de koop veel beter - met de eigen ogen 'live' kan zien. Alleen sommige fotografen 'onder elkaar' en sommige jury's die de individuele en vooral hun eigen subjectiviteiten als evenzovele Heilige Artistieke Koeien vereren, denken, neuten en leuteren daar anders over. Het is meteen de kiem van het nakend failliet van de fotografie als maatschappelijk betekenisvol beeld medium, ook in de persfotografie.
Voor het overige is het natuurlijk aan elkeen van harte gegund om zich voluit te vermaken en te vermeien met het (foto)apparaat als hartverwarmend en troost brengend troetelding, ik doe dat zelf ook, ongeveer zoals verwoede duivenliefhebbers dat met hun vliegende troeteldieren doen, met dien verstande dat de toegangspoorten tot de heilige tempels der Kunst voor duivenliefhebbers en hun gevleugelde diertjes vooralsnog gesloten blijven."

4 opmerkingen:

Anoniem zei

"...sociologie studeerde en bestudeerde vóór hij fotograaf werd en dat Jimmy Kets daar als fotograaf nog moet aan beginnen of dat 'vak' althans toch dringend indringender zou moeten onder handen nemen, zo hij in het rijtje der Groten zou wensen te belanden."
Ik wil helemaal niet in het rijtje der "groten" belanden. Ik raad je aan eens grondig naar mijn beelden te kijken, want wat U over die sociologie zegt met betrekking tot mijn beelden raakt kant nog wal. Dat niet al mijn beelden even sociologisch gerelateerd zijn, wil ik best beamen, maar kom mij niet vertellen dat ik aan dat "vak" nog moet beginnen.

jos van hecke zei

@Jimmy Kets,
Bedankt voor uw reactie.
Kleine nuancering: naar mijn persoonlijke inschatting zijn heel wat van uw beelden (tenminste van deze die ik al gezien heb) vooral op vorm/beeldhoek/kleur effecten berekend. Eén typisch voorbeeld daarvan is de foto die door u als 'blond hair' werd gedoopt. Uit uw blogpost over Bruce Gilden meende ik te kunnen opmaken dat het u toch enigszins verwonderd had dat deze foto Bruce Gilden "totaal niet kon boeien". Mij verwondert dat helemaal niet omdat juist deze foto niet veel meer laat zien dan een hoop lang 'blond hair' hangend op een rode rug in een blauwe zetel en dat is het dan, en verder niks, rien de rien 'sociologie'.
Dit objectief totaal ontbreken in deze foto van ook maar enig spoortje (maatschappelijke of human interest) 'inhoud' trachten weg te wuiven met de zelftroostende bedenking dat foto's altijd zuiver subjectief bezien of beoordeeld (moeten) worden, vind ik - op uw niveau en in uw hoedanigheid van fotojournalist dan toch - een beetje heel slappetjes en dunnetjes, vooral ook omdat u er een paar regels verder geen enkele subjectieve twijfel laat over bestaan dat er aan jury's waarin u zetelt soms fotowerk wordt voorgelegd dat door u beslist, zeker en onbetwistbaar bestempeld wordt als "foto's die op geen kloten trekken". Zou men over die foto's dan niet met evenveel recht kunnen zeggen dat ze juist wel op enige stevige kloten trekken en dat het vrijblijvend subjectieve oordeel van Kets maar de zoveelste onder de ontelbare andere subjectieve meningen is?
Als men op deze vraag bevestigend mag antwoorden, dan kan ik nu ook beter begrijpen waarom vele jury's geen onderbouwd juryrapport kunnen of durven voorleggen. Het betreft dan ook ofwel schertsjury's ofwel incompetente jury's, de ene om mee te lachen, de andere om van te wenen.
Bovendien heb je aan een soort struisvogel houding t.o.v. een minder lovende mening of kritische kijk van anderen over en op je eigen fotowerk uiteindelijk zelf niets, integendeel het maakt je alleen maar blind en ongevoelig voor enige opbouwende zelfkritiek, iets wat mijns inziens zeer heilzaam is voor het opwekken van een objectief waarneembare progressie in de kwaliteit van het werk van een fotojournalist.
Maar, Jimmy, ik heb zeker ook al heel wat foto's van u gezien die getuigen van een goede, soms bijzonder goede observatie van mens en maatschappij, zij het meestal toch bekeken door een vrij softe of zacht satirische bril, ver af van confronterende waarnemingen of uitgesproken standpunten, laat staan maatschappelijke kritiek of aanklacht. Niet dat dit persé moet, maar voor een fotojournalist vind ik het wel vrij essentieel, zoals dit in het algemeen ook een essentieel element is in de filosofie en in de fotografie van het door velen zo bewonderde, vereerde of verafgode Magnum collectief, Bruce Gilden inbegrepen.
Dat je zelf niet 'in het rijtje der Groten' zou willen belanden, dat geloof je nu toch echt zelf niet? Komaan man, iedere ambitieuze fotograaf van enig gewicht en betekenis wil of betracht dat juist wel en u dus ongetwijfeld ook, al was het maar omdat ik althans vind dat u als jonge fotograaf al van enig gewicht en betekenis bent, met kantitatief en kwalitatief groei potentieel.
Langs de andere kant is deze onproductieve vorm van valse bescheidenheid een beetje kenmerkend voor Vlaamse fotografen in het algemeen, niet dat sommigen het niet zouden kunnen waar maken maar het ontbreekt hen dikwijls aan zelfvertrouwen (dat onder meer tot uiting komt in een overdreven adoratie voor en een al te opvallende nabootsing van het werk hunner idolen onder de'Groten'), aan durf en het durven aangaan van risico's, aan opoffering en vooral ook aan een gezonde zin voor zelfkritiek en het vermogen om productief met externe kritiek om te gaan.
Passie alleen volstaat niet.
Het is mijn persoonlijke overtuiging dat externe onderbouwde kritiek meestal op een soort welgemeende waardering duidt, in tegenstelling tot de klokvaste loftuitingen waarmee fanatieke fans om des fotografens oren slaan en die elke foto van hun idool 'super' vinden, ook al trekt hij objectief bezien op geen kloten.
Deze holklinkende loftuitingen zijn dikwijls ook een masker voor een soort onderduimse kinderachtige jaloezie maar meestal zijn het gewoon uitingen van het onvermogen om met enige kennis van zaken ook maar één zinnig woord te zeggen over het onderwerp van en de eventuele onderliggende visie in een foto.
Veel keuze is er voor de bewonderde fotograaf niet: ofwel klopt het wat ik zoëven over de fans zei ofwel klopt het niet maar dan is er voor de betrokken fotograaf echt wel een reden om aan de degelijkheid en de maatschappelijke waarde van zijn werk te twijfelen.

Gegroet.

Anoniem zei

@JOS:

U zegt dat goed: (tenminste van deze die ik al gezien heb). U hebt waarschijnlijk maar een fractie van mijn beelden gezien die ik ooit gemaakt heb.
Als U niks meer dan in ‘blond hair’ ziet dan haar hangend op een rode rug in een blauwe zetel ziet, dan vind ik dat jammer voor jou. Getuigt misschien dat jij gewoon niet durft te dromen, dat je alles wil perfect kunnen vatten of omschrijven in geleerde zinsconstructies. Is dromen dan niet des mensens, en laat dit beeld dat misschien zien, ik zeg maar iets…
Waarom moet er volgens jou altijd iets “sociologisch” in een foto zitten, heeft ie anders dan geen bestaansrecht volgens jou.
De boodschap die in jou foto’s zit, is mets een onderschrift van 100 lijnen misschien niet helemaal duidelijk. In dat geval laat U beter de foto weg zo lijkt me, en kan U beter gewoon een boek schrijven. JE kan dan wel het excuus gebruiken dat de vorm van de fotografie bij foto’s met “inhoud” minder rol speelt, meen ik ergens bij jou gelezen te hebben. Daar ben ik zeker niet 100 procent mee akkoord. Ergens een klein beetje wel, maar hoe dan ook, een beeld moet wel uit zichzelf communicatief dan zijn, en niet met het excuus dat de inhoud goed is. Fotografie heeft zijn eigen vormentaal, en om je verhaal goed te vertellen moet je die taal eerst wel kunnen hanteren.
“Dit objectief totaal ontbreken in deze foto van ook maar enig spoortje (maatschappelijke of human interest)”: DROMEN ? Blijkbaar voor U onbekend zo lijkt me? Dromen is misschien niet zo goed te vatten in zinnen, maar ik val in herhaling.
Dat sommige foto’s die ik voorgelegd krijg in Jury’s is vaak iet alleen mijn subjectief oordeel, maar na het uitschakelen van mijn smaken, en het louter objectief analyseren, zijn het vaak nog altijd klote foto’s. En geloof me vrij, dat subjectieve schakel ik dan wel uit.
Aan zelfkritiek geen gebrek hoor.Ik stel mezelf veel in vraag.
Fotojournalist? Ik heb mezelf nooit een fotojournalist genoemd, dat zegt U. Ik ben fotograaf, ik neem waar en ik druk af. Als ik voor de krant nieuws fotografeer, gaat dat verder dan het louter zien, de kennis die je over je te fotograferen onderwerp hebt, neem je mee in je achterhoofd. En kennsi en kennis is twee. Maar toch moet je zelf kritisch zijn, en met een open geest kijken, ook los van die kennis. Kennis en kennis is twee uiteraard.
…maatschappelijke kritiek of aanklacht: moet dat altijd dan? Ik pretendeer met mijn fotografie niet de wereld te willen redden. Ik ben geen held. Ik neem waar en registreer op mijn manier, en de onderwerpen die ik wil.
Mijn doel van fotografie is heel duidelijk niet het doel dat fotografie in jou ogen moet hebben.

jos van hecke zei

@Jimmy
Weet je, Jimmy, wat ik nu echt zo tof vind en wat me echt gelukkig stemt, dat is gewoon het feit dàt je reageert, dat je de moeite doet en het ergens ook de moeite vindt om te reageren, om je mening te zeggen, om een soort dialoog aan te gaan. Dat is voor mij eigenlijk veel interessanter en belangrijker dan die foto's zelf, maar ook dat het gebeurt naar aanleiding van foto's. Laten we het één van de functies en verdiensten van de fotografie noemen.
Doorheen dit alles voel ik bij jou ook een geweldig grote passie voor het (fotografisch) beeld, voor de persoonlijke visuele waarneming, de perceptie, het gevoel en het vastleggen daarvan. Die passie deel ik met jou maar daarnaast zoek ik ook naar de verbanden en eventueel de spanningsvelden tussen de beeldtaal en andere menselijke 'talen', onder meer de gesproken en geschreven taal, het 'woord' dus. Mijn voorlopige conclusie is dat 'talen' en dus ook de beeldtaal altijd en tegelijkertijd gedachten (observaties,vaststellingen, meningen) én gevoelens uitdrukken, communiceren. Communiceren en communiceren is echter twee, zo is er onder meer smalle communicatie (bv. enkel naar zichzelf toe) en bredere (bv, naar een bepaald publiek of naar het publiek toe). Er is cummunicatie met de nadruk op een mening en communicatie met de nadruk op een gevoel. Het is niet zo, Jimmy, dat ik de communicatie van een gevoel minder zou achten dan deze van een mening, een standpunt of kritiek, maar ik denk wel dat het (duidelijk) overbrengen van een gevoel in elk geval moeilijker ligt en meestal ook een beperkter betekenis heeft naar een hele gemeenschap toe. Alles hangt af van het 'doel' dat de fotograaf zich stelt én van de ingesteldheid en eventueel ook de verwachtingen waarmee de beschouwers de beelden benaderen. Zo zal men bv. van een fotojournalist [sorry, maar ik dacht dat je in hoofdzaak als fotojournalist bezig was, o.a voor De Morgen] andere verwachtingen hebben dan van een mode of reclame fotograaf. Daarom denk ik dat het de efficiëntie en de impact van de communicatie ten goede komt als men als beschouwer ook enige weet heeft van en zicht heeft op het doel of de doelen die de fotograaf zich met of via zijn beelden stelt. Ik geloof immers niet dat er zo iets bestaat als "de" fotograaf en dat beelden zo maar uit zichzelf 'spreken', zeker niet als het om één (1) beeld gaat. Mijns inziens is dit ook een stukje de verklaring voor het niet 'verstaan' of het niet of weinig als 'boeiend' ervaren van uw (ene) foto "blond hair", onder meer door Bruce Gilden en door mij. Ik pleit hier dus zeker voor verscheidenheid in ziens- en uitdrukkingswijzen - niets 'moet' uiteraard - maar ook voor enige achtergrond, context en duidelijkheid omdat anders de beeldtaal haar communicatieve functie afzwakt of zelfs verliest. Dat is dan spijtig voor het beeld maar ook voor de fotograaf, vind ik.

Zo, Jimmy, laten we het misschien voorlopig daar bij houden, maar één ding staat al vast: door deze 'discussie' is mijn inzicht maar ook mijn welgemeend respect en sympathie voor U en uw fotografisch werk met het uur alleen maar groter en dieper geworden en misschien is dit ook wel van uw kant het geval, niet zozeer of zelfs helemaal niet voor mijn foto's op zich maar voor mijn passionele zoektocht naar de functies van en de elementen van zingeving in de beeldtaal, in relatie tot andere 'talen'. Kunnen we elkaar meer en beter wensen en aanvullen?
Verder zal ik met nog meer aandacht en interesse maar ook met meer achtergrond kennis uw fotografische activiteiten en werk volgen.

Echt van harte dank voor het zo spontaan, eerlijk en vrank uiten van uw meningen en gevoelens. Ik stel daartegenover alleszins mijn gulle sympathie en dankbaarheid.

Zeer vriendelijke groet en allicht tot later eens, bij gelegenheid?

Jos