Een vraag die me al lang bezig houdt en die ik in de eerste plaats voor mezelf stel, hoewel het misschien ook voor anderen enig stof tot na- en overdenken kan bieden.
Directe aanleiding tot deze bedenkingen was een vooraf gepland bezoek aan de jaarlijkse "Leo Baekeland" foto tentoonstelling van de overkoepelende vereniging van Oost-Vlaamse fotoclubs voor foto liefhebbers (OVU) en - op dezelfde dag- een toevallig bezoekje aan een foto tentoonstelling georganiseerd door mensen die een foto opleiding volgen aan de stedelijke academie Gent deeltijds kunstonderwijs (2de jaar).
Meteen had ik hiermee ook een direct vergelijkingspunt tussen wat enerzijds 'niet opgeleide' foto liefhebbers en anderzijds 'opgeleide' foto liefhebbers als "de moeite waard om om te zien" naar voor schuiven. Ik merkte en voelde ergens wel verschillen - vooral in de presentatie vormen en in de keuze van de onderwerpen - maar in het algemeen waren er toch meer gelijkenissen dan verschillen waar te nemen. Die verschillen hadden ook iets te maken met een verschil in de selectie methode voor het geëxposeerde werk: waar de werken voor de "Leo Baekeland" geselecteerd werden door een 'jury' (in 2 stappen: preselectie en eindselectie), werden de werken van de fotografen 'in opleiding' door elke fotograaf individueel gekozen en nadien samen gebracht. In elk geval had ik het hierbij het gevoel dat de door de fotografen zelf gekozen werken niet alleen een veel gevarieerder geheel vormden maar ook op een of andere manier een meer 'spontane' en 'levendiger' totaal-indruk opwekten, zonder dat ze daarom 'beter' of 'slechter' zouden zijn natuurlijk, maar daarover wil ik het het nu juist hebben.
Vooraf wil ik hierbij ook een onderscheid stellen tussen fotografen die vanuit een lucratief oogmerk werken en foto's maken, verkopen en eventueel tonen, dit is dus enkel of dan toch in hoofdzaak met het oog op opbrengst van geld en geldelijk inkomen (bv. zelfstandige of in loondienst werkende foto handelaren, reportage fotografen, fotografen die leveren aan foto agentschappen of beeld banken, krant- en magazine fotografen, portret- en modefotografen, reclame- en design fotografen enz..) en fotografen die volkomen vrij en vrijwillig foto's maken en tonen, zonder enig direct lucratief doel.
Voor de eerstgenoemde categorie gaat het immers in de eerste plaats over (een beoordeling van) het gestelde (lucratief) doel terwijl het voor de laatstgenoemden eigenlijk ten gronde over (een beoordeling van) de foto's zelf gaat, over de intrinsieke fotografische 'beeld kwaliteiten' en/of de (individuele of maatschappelijke) 'betekenissen' ervan.
Het is dus enkel over die laatstgenoemde categorie van fotografen en foto's dat ik het hier heb, hoewel het ene natuurlijk het andere niet hoeft uit te sluiten, m.a.w. ook fotografen die hoofdzakelijk in 'opdracht' werken kunnen soms vrij foto werk maken waarbij de kwaliteiten die ze in dit vrij werk kunnen uiten soms zelfs mee bepalend kunnen zijn voor het geheel van de kwaliteit van het foto werk dat ze in opdracht en met een bepaald (lucratief) doel maken.
Verder maak ik hier ook abstractie van 'context' bepalende factoren bij een beoordeling van voormelde intrinsieke eigenschappen van foto's, die uiteraard alleen op (de autonome kracht van) het beeld op zich beoordeeld en eventueel vergeleken kunnen worden, dit is wat in het beeld zit en niet wat er 'achter, voor, rond of naast' zit, staat, hangt, ligt, straalt...
'Context' bepalende factoren zijn onder andere:
- de materiële 'drager' van een foto ( soort afdruk- of print materiaal, beeldscherm eigenschappen...)
- de fysieke afmetingen van de foto
- de geometrische toon-vorm van de foto (rechthoek, vierkant, cirkel, trapezium...)
- de ruimtelijke positie van de foto (horizontaal, vertikaal, diagonaal...)
- de 'omgeving' waarin de foto wordt gepresenteerd en getoond (kader, passe partout, randje of kantje, expositie ruimte, wand of achtergrond, speciale en visueel niet direct noodzakelijke licht- en verlichtingseffecten...)
Wat me in elk geval opviel in beide tentoonstellingen, was een grote en opvallende aandacht en zorg voor dit soort 'context' bepalende factoren. Maar daarover kan het natuurlijk niet gaan bij een beoordeling van de intrinsieke kracht van foto-beelden. Niet de tijdelijke vertoon 'verpakking' is bepalend en belangrijk maar wel wat er permanent in zit, en eigenlijk staat dat volkomen los van een toevallige 'context', wat niet wil zeggen dat deze 'context' geen versterkend effect kan hebben. Edoch is het goed te beseffen dat er een wezenlijk verschil bestaat tussen 'versterken' en 'verblinden', tussen ondersteunen van wat er werkelijk is en 'doen uitschijnen' alsof er iets zou zijn maar er, bij nader toezien, niet is.
Wat me in dit oogverblindend kader ook opviel is een trend en een neiging tot een soort artistiek bedoelde 'installatie vorming', waarbij het foto-beeld als onderdeel van een 'installatie' slechts een ondergeschikte rol gaat vervullen in wat waarschijnlijk als een 'kunst werk' bedoeld is, maar het mijns inziens zelfs in de verste verte niet kan zijn. Ik heb alle respect en bewondering voor deskundige 'installateurs' en 'decorateurs' maar als men beweert dat het over foto's en fotografie gaat, dan moet het ook over foto's en fotografie gaan en niet over 'decoraties' en 'decoratie kunde', wat een heel andere branche (en opleiding) is. Het is ook letterlijk en figuurlijk het teken aan de wand van wat ik de 'artistiek decoratieve begrafenis' van het medium fotografie zou willen noemen.
Nogmaals, met alle respect voor de deskundige decorateurs, maar het toppunt van deskundige decoratie kunde is - bij wijze van voorbeeld- de kunst om een versleten vuile dweil te doen overkomen en presenteren als een decoratief 'sier stuk'. Het is een kunst en een kunde als een andere, maar het is en blijft evenwel de kunst van de 'schijn', niet van het 'zijn'. Veel van de hedendaagse zogenaamde 'conceptuele installatie kunst' behoort tot deze categorie. Het volstaat dan ook goed te beseffen waarmee men - als createur - bezig is en wat men - als beschouwer/genieter/verzamelaar - voorgeschoteld krijgt of in huis haalt.
Om de intrinsieke eigenschappen en kwaliteiten van een foto-beeld op zich, te kunnen onderkennen en beoordelen, kan men verschillende benaderingswijzen hanteren.
1. Een overwegend subjectieve benaderingswijze.
Hierbij wordt het foto-beeld 'beoordeeld' vanuit en op basis van een subjectief 'aanvoelen' van een individuele 'beoordelaar'. Dit impliceert dat hetzelfde foto-beeld verschillend kan worden 'aangevoeld' en 'beoordeeld' naargelang de subjectieve 'inzichten' van verschillende beschouwers of 'beoordelaars'. In feite wordt hiermee niets gezegd over het foto-beeld zelf maar wel alles over de 'beoordelaars' in kwestie, wat dus neerkomt op een verkeerde, omgekeerde dan wel een valse voorstelling van wat eigenlijk de bedoeling zou moeten zijn. Deze 'methode' is daarom - mijns inziens - ondeugdelijk en deugt ook niet, toch niet om het gestelde doel te kunnen bereiken. Ze leidt immers tot de onvermijdelijke maar onzinnige conclusie dat elk foto-beeld 'goed' of 'slecht' kan zijn, afhankelijk van de 'gepaste' beschouwer, waardoor men dus met elk willekeurig foto-beeld elke willekeurige kant op kan. Zo zou elke fotograaf met evenveel gezag als gelijk wie anders, zelf zijn/haar eigen foto-beelden kunnen 'beoordelen' (en ze waarschijnlijk ook meestal 'goed' vinden) maar wat zegt ons dat dan over de intrinsieke kwaliteiten of niet-kwaliteiten van het foto-beeld en wat hebben we daaraan, behalve allicht een vertekend maar gekoesterd beeld over ons zelf, onze intenties en veronderstelde of gedroomde potenties? In het meest extreme geval zou men er zelfs kunnen vanuit gaan dat het foto-beeld gewoon géén kwaliteitscriteria en kwaliteitstest behoeft en dat elke willekeurige foto per definitie 'goed' is, maar dan kunnen we beter de (foto) boeken en dan zeker ook alle leerboeken van alle foto kunstacademies zonder verpinken dicht doen want dan valt er ook niets meer te zeggen en nog minder iets te leren.
De aanhangers en verdedigers van de subjectieve 'methode' steken weliswaar hartstochtelijk de loftrompet over de grote voordelen van (artistieke) 'vrijheid' en 'beleving' maar -als het erop aankomt - zijn ze in feite dikwijls de grootste 'dictators' en manipulators van (artistieke) waarden, die ze naar eigen goeddunken zelf gaan invullen of verdraaien zonder zelf (artistieke) schepper of auteur te zijn. Dit komt gewoon neer op een platte ontkenning van de visie en de eventuele objectieve verdiensten van de schepper-auteur en zijn/haar (artistiek) werk en op een nog plattere vorm van zelf verheerlijking. Het is vooral een methode die dienstig is om zichzelf als beschouwer of 'beoordelaar' een onverdiende schijn van belangrijkheid en gewicht te geven en om - naar gelang het in het kraam van elke individuele beschouwer/'beoordelaar' past - op bepaalde auteurs (fotografen) en hun werk subjectief toegemeten 'waarden' te plakken. Het is dan ook 'plakwerk', geen 'metselwerk' en zeker geen 'fundament'. Dit soort 'beoordelaars' maken ook zelden of nooit een beoordelingsrapport, en als ze het doen gaat het uitsluitend over henzelf, hun 'aanvoelen' en hun 'oordeel' maar nooit over wezenlijke en verifieerbare kenmerken van (het werk van) de schepper- auteur, integendeel ze stellen zich dikwijls in de plaats van de schepper-auteur door ongegeneerd te dicteren wat de auteur wel moet bedoeld hebben. Zo is het natuurlijk niet moeilijk, het is gemakkelijk, zou 'Kamiel...de Imbeciel' zeggen...
Bovendien leidt het aanvaarden van zulke subjectieve 'beoordelings methode' als een geldige 'methode' tot de min of meer verbijsterende conclusie dat het eigenlijk geen enkele zin of betekenis heeft dat iemand 4 jaar opoffert om een opleiding tot 'fotograaf' te volgen en met een diploma te laten bekronen, wetende dat het bij de 'beoordeling' van zijn/haar werk dan geen enkele rol meer speelt wat een gediplomeerde of niet gediplomeerde fotograaf-auteur objectief kan en maakt, wat hij/zij zelf denkt of bedoelt. De levensgrote vraag rijst dan: wat heeft de gediplomeerde fotograaf objectief gezien 4 jaar lang objectief 'geleerd' dat nadien volkomen subjectief als van nul en generlei waarde van de (jury) tafel kan worden geveegd, erger nog, dat de conclusie zou kunnen zijn dat hij/zij gewoon NIETS heeft 'geleerd' ?
Om zulk grof neven effect van de subjectieve 'methode' enigszins te verdoezelen en te compenseren gaan sommige subjectieve 'beoordelaars' dan ook eerst eens na of en welke 'gediplomeerden' er achter de te 'beoordelen' werken zitten en houden hiermee dan ook 'rekening', vóór ze hun 'beoordeling' erop plakken. Meestal gaat het dan over 'beoordelaars' die - in tijden dat ze zich nog niet de verheven taak van subjectief 'beoordelaar' geroepen voelden - ook zelf 'gediplomeerd' geraakt zijn en bijgevolg enige 'solidariteit' aan de dag willen leggen, zonder dat iemand anders het ziet of weet, natuurlijk, terwijl het naar buiten toe lijkt: niets aan de hand, alles OK, schitterende fotograaf-winnaar met schitterende foto-beelden...op basis van een schitterend subjectief oordeel van een zichzelf 'deskundig' verklaarde schitterend subjectieve 'jury' !
My God, what's in a 'photograph' ?
.
(wordt vervolgd)
24 januari 2010
STANDPUNT : EEN MOOIE/NIET MOOIE OF EEN GOEDE/NIET GOEDE FOTO: WAT ZOU DAT EIGENLIJK KUNNEN ZIJN OF BETEKENEN? (1)
Ik ben in alles multi functioneel en occasioneel operationeel. Artista y multiteísta.
Muy charlatán y parlanchín. Por naturaleza, de carácter y de corazón un chico gitanesco y chulo..
Llevo en la sangre el alma gitana flamenca. También soy hispanófilo (e também um pouco lusófilo, como se diz... mais o menos carioca, ziguezague zíngaro)
Para una traducción al idioma flamenco / voor een vertaling in het Vlaams: véase / zie GOOGLE & BING vertaalmachines. Es fácil pero incorrecto / 't is gemakkelijk maar nie just. À vous le choix...
Professor BING zei over mijn biografie hierboven, het volgende:
"IK ben in alles multi occasioneel operationeel functioneel. Kunstenaar en multiteísta. Zeer charlatan en spraakzaam. Door de natuur, karakter en hart gitanesca iemand en chula Ik heb de ziel flamenco zigeuner bloed. Ik ben ook hispanófilo. Om een vertaling in de taal van de Vlaamse / voor een vertaling in het Vlaams: Zie / GOOGLE & BING zie vertaalmachines. Het is eenvoudig maar onjuiste / ' t gemakkelijk maar nie is gewoon. À vous u choix..."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
4 opmerkingen:
uitleggen en peten tekenen zeggen ze in Gent
@flapoore: heel just vent, maar in Gent zijn er ook veel die niets uitleggen en géén peten tekenen. Ik heb geen blog opgezet om niets te zeggen of om geen peten te tekenen. Wa kunde daar meer over zeggen? Niets dus, maar u mag het natuurlijk altijd zelf eens zeggen, met of zonder getekende peten. U zijt welgekomen!
Een reactie posten