WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


13 december 2010

FOTOGRAFIE : JOHAN SWINNEN : HET GEWICHT VAN DE FOTOGRAFIE ?

Hieronder vindt U een uittreksel uit een transcriptie van een radio uitzending van De Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging - Het Vrije Woord (6.9.2010) 

Meer en meer wordt duidelijk dat het medium fotografie absoluut niet past in het kastje van de 'kunst', dat fotografie simpelweg geen 'kunst' is, het nooit geweest is en het nooit zal zijn. Des te duidelijker wordt het daarentegen dat het medium fotografie een specifiek medium is met specifieke eigenschappen en bovendien ook specifieke (maatschappelijk-ethische) functies vervult.
Over deze (nieuwe?) kijk op het medium fotografie, heeft Johan Swinnen - professor in nieuwe media en beeldculturen en oorspronkelijk van opleiding ook fotograaf-grafisch vormgever - samen met Luc Deneulin - academisch vorser in de 'kunstwetenschappen' - een dik boek (bundeling van een keure van essays van diverse denkers) samengesteld, getiteld "the weight of photography" (het gewicht van de fotografie), dat hij hierna in een heldere, begrijpelijke taal  op enkele essentiële punten zelf toelicht. Dit laatste aspect vind ik belangrijk, vooral omdat professor Swinnen doorgaans de blijkbaar onweerstaanbare neiging heeft om zich (in geschriften) uit te drukken in een academisch (war)taaltje dat meestal alleen hij zelf nog kan begrijpen, als het al begrijpbaar zou kunnen zijn. Zo doende verglijdt men natuurlijk al vlug in tegenspraken, kring redeneringen, schijn-paradoxen, sofismen en andere 'wetenschappelijke' onzinnigheden die noch inhoudelijk noch communicatief een meerwaarde kunnen bieden, integendeel. Maar mondeling, in gesprekken, lezingen en causerieën kan Johan Swinnen zijn ideeën zeer helder, begrijpelijk en zeer boeiend naar voor brengen... als hij maar de ongezonde 'academische prestatie-publicatie druk' die blijkbaar soms zwaar op hem weegt van zich weet af te schudden. Uiteindelijk dient een 'taal' in de eerste plaats om zich verstaanbaar te maken en niet om zich onverstaanbaar te maken. Dat geldt in het bijzonder voor academici, docenten en professoren - gewone, buitengewone, gast- en emeritus professoren - vooral deze die zich bezig houden met 'kunstwetenschappen', met de wetenschap van de 'kunsten' dus, simpel te beginnen met simpel te weten wat 'kunst' IS, veroorloof ik mij zelve dan te mogen bevroeden...

".....................................
En nog over fotografie publiceerde Johan Swinnen onlangs, samen met Luc Deneulin, het boek “THE WEIGHT OF PHOTOGRAPHY”, een Engelstalig boek, een reader. Daarin hebben de auteurs het over een nieuwe manier om over fotografie te denken!
Johan Swinnen:

Dat is belangrijk, en we noemen dat ondertussen ‘new photography thinking’. Omdat fotografie een beetje heeft geboomd in de jaren zeventig, toen iedereen fotografeerde, fotografie heel democratisch werd en naar buiten kwam. In de jaren tachtig kregen we de opkomst van de fotomusea in de wereld, ook in Europa. We hebben in Antwerpen bijvoorbeeld, en in Charleroi, ons museum zien ontstaan. In de jaren negentig krijg je ook werkelijk het geloof in fotografie. Het is ook bijna het symbool van het postmodernisme. Vandaag de dag gaan we een beetje terug naar de kern. Ook hier weer een belangrijk begrip: wat is de zingeving, het engagement van fotografie? Hoe ga je om met de persoon die erop staat, met identiteit? Wat is een portret en waaraan moet het voldoen? Anderzijds hebben we niet voor niets een essay opgenomen van Jean Paul Van Bendegem, juist over vrij denken over fotografie, heel vooraan in het boek, gevolgd door heel wat belangrijke filosofen en denkers over fotografie van de laatste decennia. Erg hedendaagse onderzoekers ook. Maar wat juist zo belangrijk is: wat is die maatschappelijke context? We wilden de fotografie bevrijden uit die enge wereld. Want fotografie kan vandaag de dag niet meer alleen onderzocht worden vanuit de kunstgeschiedenis. Daar is een stuk sociologie bij, daar is filosofie bij, daar is ook een stuk agogiek bij. Hoe gaat men om met beelden en zo meer. Dat is allemaal een beetje hierin samengebracht, maar heel duidelijk vanuit een engagement geschreven. Met een groot oog voor die veranderende mediagebruiker. Hoe ga je kijken naar beelden? De geschiedschrijving, de archivering, de visuele cultuurwetenschappen, hoe gaan we dat bekijken? Het is ook een van de eerste keren dat er in zo’n reader – want het is een samenstelling van een dertigtal auteurs – werkelijk fundamen-teel belang gehecht is aan een soort die we kunnen noemen Majority World Photography, wat inderdaad een open blik geeft. De geschiedenis van de fotografie, laat staan het denken, is heel vaak vanuit Noord-Amerika en West-Europa geschreven, met diezelfde collectie van foto’s en zo meer. We hebben dat willen opentrekken. Vandaar dat er zowel getuigenissen in staan uit Bangladesh als uit Nepal en Palestina. Dat is eigenlijk een heel belangrijk gegeven. We zeggen het dikwijls zo, Martin Scorcese heeft het ooit gezegd: een hindoecineast kijkt anders dan een westerse cineast, en we hebben dat ook hier in de fotografie willen doen. Maar het is altijd met diep inzicht, maar soms ook met wat ironie. De humor is nooit ver weg. Het is niet voor niets dat de ezel van René Magritte op de cover staat afgebeeld. Het is ook een beetje de discussie van fotografie in de beeldende kunst. Is fotografie niet te fel ingelijfd in de commerciële wereld? Er worden vandaag de dag foto’s verkocht van één miljoen euro, voor één stuk, waarvan nog verschillende oplagen zijn. Is fotografie niet te braaf geworden? Heeft fotografie niet iets anarchistisch in zich om inderdaad naar buiten te komen? In de tekst van Jean Baudrillard – een van zijn laatste teksten over fotografie voor zijn overlijden, die hij me zelf in zijn appartement in Parijs heeft overhandigd twee maanden voor zijn dood – vind je dat idee ook heel duidelijk van: laat fotografie fotografie zijn en probeer dat ( = het medium) 'vrij' te houden ( = zijn eigenheid te behouden). Je ziet vandaag hoe het gebruikt wordt door jongeren op hun iPhones, ook op Twitter. Op alle sociale netwerken, zoals men dat vandaag noemt, is fotografie werkelijk opnieuw iets zeer belangrijks. Het is dat denken over fotografie dat we willen benadrukken. “Het gewicht van fotografie” is niet zomaar de titel. Is fotografie misschien gewichtloos geworden? Moeten we inderdaad de fotomusea zo blijven verdedigen? Hoe dan ook zijn dat altijd een beetje getto’s geworden en gebleven. Moeten we het niet gewoon integreren in een kunstmuseum, of is het inderdaad iets aparts? De fundamentele vraag op het einde van het boek gaat over: moeten we inderdaad niet langer gaan praten over de geschiedenis van de fotografie, maar over de geschiedenis van de blik? De blik van de fotografie die ons zo veranderd heeft, afbeeldingen van alle mogelijke kunstwerken, van gebouwen uit de hele wereld. Het is, om in de woorden van Walter Benjamin te spreken, misschien wel een heel belangrijk medium geworden dat het zien van ons allen zo veranderd heeft. Niet dat van de fotografen, maar ook van de kijkers. Dat zijn thema’s die aan bod komen in dit boek, net zoals de toekomst van zo’n beeld nu doorgeseind wordt, via heel wat digitale kanalen een eigen leven gaat leiden. Toch wel iets anders dan de unieke afdruk die vroeger in die prachtige donkere kamer met het oranje of rode lampje afgedrukt werd. Het gaat ook over die verschillen, maar ook levensbeschouwing en moraal komen heel duidelijk aan bod in dit boek. Werkelijk ook voor het eerst enkele Franstalige auteurs, van wie we de tekst omgezet hebben naar het Engels. Daardoor is het ook niet te Angelsaksisch, want we hebben het Franse denken, ook het filosofische denken (van Michel Onfray bijvoorbeeld, de hedonisten), er echt bij betrokken. Veel mensen zeggen nu: heeft Michel Onfray ooit over fotografie geschreven? Ja, het staat in ons boek.

Zowel “THE WEIGHT OF PHOTOGRAPHY” als “De kunst van het fotoarchief”, die Johan Swinnen respectievelijk samen schreef met Luc Deneulin en Roger Kockaerts, zijn uitgaven van ASP, de tweede onder de inprint University Press Antwerp. Ze zijn te koop in de goede boekhandel.
................................."

MIJN VOORLOPIGE CONCLUSIE:  buitengewoon interessant boek over de betekenis, de zin en de functies van het medium fotografie. Voer voor elke fotograaf die deze naam waardig wil zijn. Ik ga het nu eerst aanschaffen, vervolgens grondig lezen en daarna kom ik er zeker op terug in het kader van mijn blog.
Via DEZE URL vindt U alvast de inhoudstabel van het (in de Engelse taal gesteld) boek.




Geen opmerkingen: