WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


31 mei 2010

FOTOGRAFIE : FOTOGRAAF CÉDRIC GERBEHAYE

CÉDRIC HERBEHAYE is één van de zeldzame (Belgische) fotografen die het medium fotografie nog gebruiken en inzetten waarvoor het dient, nl. als uitstekend geschikt middel om de wereld en de mens in die wereld in diverse aspecten selectief beredeneerd en met een bepaalde visie en engagement in verhalende, leesbare beelden te vatten en als historische documenten vast te leggen en te archiveren.

Daarnaast heb ik het verheugend gevoel dat steeds méér (jonge) fotografen ook die weg willen inslaan en zich beginnen afkeren van de vrijblijvendheid en de maatschappelijk nutteloze en machteloze ludieke ego tripperij die aan de 'kunst fotografie' kleeft en die niet alleen de fotograaf zelf maar ook de maatschappij een kunstig geestesvernauwend rad voor de ogen draait. Deze 'misión imposible' van de kunst fotografie om een uiting van autonome kunst te kunnen zijn betekent evenwel niet dat het medium fotografie niet als hulpmiddel zou kunnen worden ingezet in een of andere zinvolle vorm van ware kunstschepping. Dat is echter een ander soort verhaal waarop ik later misschien eens terugkom.  Het is hoe dan ook een goed teken dat meer en meer fotografen ontwaken uit de narcistische droomwerelden van de 'kunst fotografie' en terug gaan doen wat het medium fotografie en de maatschappij van hen verlangen: beelden maken die niet het eigen (verward) ego centraal stellen maar beelden die de relaties tussen en tot de 'anderen' duidelijk en sprekend weergeven, beelden die getuigen en verhalen over het heden en tegelijk banden en verbanden leggen met het verleden én met de toekomst. Dat hoeft niet noodzakelijk in verre landen en confictgebieden te gebeuren , het kan gerust ook hier ter plaatse, in onze eigen voor- en achtertuintjes, zonder zich te moeten beperken tot levenloze beelden van levenloze ruimten, verweerde tuinkabouters, lege winkelkarretjes, blinde muren, creatieve brievenbussen enzoverder enzovoort....

CÉDRIC HERBEHAYE volgde een opleiding in de journalistiek en de communicatiewetenschappen en opereert thans als internationaal bekend fotograaf-fotojournalist zonder een specifieke opleiding in de fotografie en fototechniek te hebben doorlopen. Hij werkt uitsluitend met film als beelddrager en alleen in zwart-wit, precies omdat deze fotograaf zich wil concentreren op het fotografisch beeld als maatschappelijk-historisch document waarin de inhoud, het gegeven, het verhaal, het 'wat en waarom' van een beeld centraal staan en niet de vorm, de 'kunstigheid' of het decoratief effect ervan. Geen onbetekenende beelden die onbestemde vragen oproepen maar betekenisvolle documenten die welbepaalde feiten, toestanden en contexten tonen, in vraag stellen én duiden. Het is iets waar onze fotokunstacademies die na een 4-jarige studiecyclus 'master' diploma's fotografie afleveren eens wat dieper zouden kunnen over nadenken. Men heeft alleszins geen 4 jaar nodig om een fotocamera te leren bedienen om uiteindelijk een eindwerk af te leveren bestaande uit foto's die creatieve kleuters uit de creatieve kleuterklas even goed en zelfs beter kunnen maken (zoals, onder meer, het gros van de foto's uit de Kask eindwerken 2009). Dat is tijd-, energie- en geldverspilling. Misschien brengt 2010 al een wending en zien we foto's die getuigen van visies, niet van visioenen?

De visies en het fotografisch werk van CÉDRIC HERBEHAYE kan U HIER vinden.

Vanaf 10 juni loopt er ook een thema tentoonstelling 'CONGO IN LIMBO' in de Botanique Brussel met foto's en visies over Congo, een 'derde wereld' land waarmee deze fotograaf een bijzondere band heeft opgebouwd. Fotografie met beeld waarde en maatschappelijke meerwaarde. Zoals het hoort, meen ik.

17 mei 2010

FOTOGRAFIE, PUNCTUM EN NADAAR: WAT HET IS EN WAARVOOR HET NUTTIG KAN ZIJN.

Het Gentse collectief  PUNCTUM stelt het medium fotografie en zijn hedendaagse uitingen als centraal onderwerp van een project dat onderzoekt en zoekt welke maatschappelijke functies het 'beeld' tegenover of in samenhang met het 'niet-beeld' heeft of kan hebben. Op 3 juni 2010 organiseert PUNCTUM in het kader van zijn project een 'lezing' over en met NADAAR, een Belgisch fotografencollectief van documentair fotografen, dit zijn fotografen die foto's maken en zien als beelddocumenten, als tijdsbeelden.

 Voor sommigen is het blijkbaar niet of minder duidelijk maar voor mij is het zonneklaar dat foto's altijd documenten zijn, niets anders kunnen zijn. 'Foto's' die de eigenschappen van document niet hebben, zijn dan ook geen foto's maar iets wezenlijk anders, met andere kenmerken en functies dan deze het medium fotografie heeft, met alle risico's en gevolgen die dergelijke ontkenning en verkrachting van het medium meebrengen. Men vindt deze niet-foto's vooral in de kunst 'fotografie' waar een foto geen foto is maar 'kunst'. Hoe men een foto maakt weet het kleinste kind - het staat, voor zover nodig, ook uitgelegd in elke handleiding bij elk fotoapparaat- , hoe men evenwel 'kunst' maakt is voor mij nog altijd een raadsel. Desalniettemin heb ik de indruk dat 'kunst' maken eigenlijk nog veel gemakkelijker is dan een foto maken omdat alles wat op aarde bestaat en niet bestaat automatisch in 'kunst' verandert eens het door de kunstkenners tot 'kunst' werd verheven. Gemakkelijker kan niet. In de oud Griekse mythologie (de nieuw Griekse 'mythologie' is van een heel ander slag) kende men een mythisch figuur, Midas genaamd, bij wie alles wat hij aanraakte in goud veranderde. Die merkwaardige eigenschap van de mythische Midas van vroeger, bezitten de 'kunstkenners' van heden, evenwel zonder mythisch statuut.

Een 'kunstfoto' hoeft dus niet perse een foto, een tijdsdocument te zijn, het kan voor hetzelfde of voor veel meer geld een papiersnipper, de blanco achterkant van een foto print of een maagdelijk blank stuk foto printpapier zijn, het kan zelfs helemaal niets zijn. De hedendaagse Midassen kunnen met de Midas truc alles in kunst veranderen. De 'foto' moet de kunstbeschouwer er dan maar bij denken hoewel hedendaagse 'kunst' niets met denken van doen heeft maar alles met fantaseren, hallucineren, aliëneren, drogeren...
'Kunst' is verworden tot de nieuwe opium voor het volk. Waar vroeger religies allerhande die opium functie hadden en godvrezende mensen in alles en nog wat verschijningen zagen als goddelijke tekenen, menen nu veel mensen in alles en nog wat 'kunst' te zien of van alles en nog wat tot 'kunst' te kunnen verheffen. Een belangrijk verschil is wel dat men vroeger god of goden als boven de mensen geplaatst zag, wat een zeker maatschappelijk onevenwicht en gevaar inhield, terwijl nu elk individu in of door de 'kunst' zichzelf als een god gaat beschouwen, wat nog grotere en gevaarlijker maatschappelijke onevenwichten kan veroorzaken.

Er zijn foto's die als beelddocumenten een zekere algemene of specifieke maatschappelijke betekenis en waarde hebben en er zijn er die dat veel minder of niet hebben. Het verschil wordt bepaald door wat de fotograaf registreert, niet door het apparaat, het soort apparaat, de digitale nabewerking, de print of de presentatie ervan. Fotografen van enige betekenis en waarde maken de eerste soort foto's, fotografen zonder enige betekenis en waarde maken de rest, de 'faits divers'. Zo'n 'rest fotograaf' hoorde ik zeer recent nog in het ludiek kader van de 'Canvas collectie' over zijn in Bozar opgehangen foto van een banaal en godverlaten tankstation de volgende onzin verklaren: " ik heb een foto gemaakt van een tankstation omdat de meeste mensen als kind wel met autootjes gespeeld hebben en omdat elk van ons wel al eens een tankstation heeft gezien". Een foto van een tankstation waarvan iedereen wel al eens een soortgelijk exemplaar heeft gezien, hangt dus nu in Bozar als een 'kunstwerk'. Als iedereen al ergens een of ander tankstation heeft gezien en nog kan zien, waarom maakt men er dan een foto van en wat is de Bozar functie daar dan van?

De fotografen van NADAAR behoren duidelijk tot de eerstgenoemde categorie: zij maken foto's als tijdsdocumenten met een zekere maatschappelijke betekenis en waarde. Het zijn in elk geval fotografen en geen 'kunstenaars' en dat is nu net wat men van fotografen kan verwachten: dat ze foto's maken en niet dat ze er alles aan doen om geen foto's te maken of foto's zodanig uit te gommen of te verminken dat ze als foto's niet meer herkenbaar zijn of teniet gaan. "Kunstenaars' hebben als roeping om voor zichzelf en de galerie  'nonsens' te maken, fotografen hebben als taak de maatschappij te tonen wat 'sense' heeft of dat dreigt te verliezen. Dat is het grote verschil, in betekenis en waarde, tussen 'kunst' en fotografie. Gelukkig zijn er nog (enkele) fotografen die fotograaf willen zijn en blijven, die gefixeerde en/of bewegende beelddocumenten maken en die documenten in een maatschappelijk relevante context ook willen tonen, nu of voor later. Photography makes sense, art is nonsense.

Warm aanbevolen: PUNCTUM lezing over en met NADAAR op 3 juni 2010, Zebra(straat) Gent, 20 u.

Hierna in het kort het 'menu':


"Het fotografencollectief NADAAR werd eind 2008 opgericht door Eric De Mildt, Tim Dirven, Nick Hannes, Jan Locus en Dieter Telemans. Het collectief is een platform waar onafhankelijke fotografen ervaringen uitwisselen en via gezamenlijke projecten de krachten bundelen.

NADAAR benadrukt de meerwaarde die de documentaire fotografie biedt in het huidige medialandschap, waarin duiding en internationale berichtgeving steeds meer worden verdrongen door lifestyle, celebrities en faits divers.

NADAAR gelooft in de documentaire fotografie als autonoom medium, maar streeft tegelijkertijd naar grensoverschrijdende samenwerkingen met schrijvers, vormgevers en filmmakers.

In deze lezing, overigens door het collectief zelf gebracht, wordt dieper ingegaan over het hoe en waarom van NADAAR. Uiteraard komt ook het werk van de fotografen aan bod.



Dagblind

Daarnaast brengen we je de boekvoorstelling van het fotoboek 'dagblind' van fotograaf Paul D'Haese. Emmanuel d'Autreppe doet de inleiding voor uitgeverij Yellow Now en journalist Erik Eelbode doet de presentatie, met projectie van de beelden."

9 mei 2010

FOTOGRAFIE : HEDENDAAGSE LANDSCHAPPEN


HEDENDAAGS LANDSCHAP B7GE5

KUNST: DE KUNST VAN VERKOPEN

Hierna een verhelderend artikel uit 'De Standaard' van 8 mei 2010 over de duistere kanten van 'nieuwemediakunst' en van 'hedendaagse kunst' in het algemeen en over de interactieve verhouding tussen Kunst & Geld in het bijzonder.

Hieruit blijkt nog eens overduidelijk dat de 'kenners', promotoren en verhandelaars van 'hedendaagse kunst' niet willen maar ook niet kunnen zeggen wat 'hedendaagse kunst' eigenlijk is en op welke valabele criteria ze zich kunnen steunen om het ene als 'kunst' te erkennen en marchandeerbaar te verklaren en het andere niet.
Eén van die 'kunstkenners', directeur BAM, komt niet verder dan schaamteloos beweren dat "nieuwemediakunstwerken van de toeschouwer vaak verlangen dat hij iets doet"
Alsof alles en iedereen die je ontmoet en je uitnodigt om 'iets te doen' nieuwemediakunst zou kunnen zijn. Awel, dan heb ik zonder het te beseffen al zeer veel 'nieuwemediakunstwerken' ontmoet die van mij verlangden 'iets te doen' en die ik na ermee 'iets te hebben gedaan' uit handen heb laten gaan, niet wetende dat het eigenlijk 'nieuwemediakunstwerken' waren. Een fortuin aan kunstwaarde heb ik zo verspeeld, verdomme toch...

Ik herhaal het nog eens: in doorsnee zijn die 'kunstkenners' deftig uitziende charlatans of charmante bedriegers, zand-in-de-ogen-strooiers, rotslechte 'politiekers' en dat wil heden ten dage wél iets zeggen.

De gewone (Gentse) man die aan 'nieuwemediakunst' ook geen bal, geen fluit heeft, vat het bondig en krachtig poëtisch machtig zó samen:  "GELD, 'T ES AL DA TELT"
Hij heeft gelijk, overschot van gelijk.

___________________________________________________________________

DE KUNSTENAAR VAN DE TOEKOMST DOET HET DIGITAAL


zaterdag 08 mei 2010Auteur: Sarah Vankersschaever , Kristof Hoefkens

"Het knettert in de kunstwereld: temidden van de boomende nieuwe mediakunsten maakt geluidskunst furore. Is de kunstenaar van de toekomst een computerprogrammeur? Of is er nog hoop voor de man met doek en penseel?


Is dit ook kunst?', vraagt een koter aan zijn moeder terwijl hij naar een vochtigheidsmeter in een hoek van de tentoonstellingsruimte in de Gentse Zebrastraat wijst. De vrouw aarzelt te lang. Ze moet nu wel toegeven dat ze het ook niet goed weet.

Je kunt het de twee moeilijk kwalijk nemen: met de intrede van nieuwe mediakunst durft kunst er al eens anders uit te zien dan wat we doorgaans aan een museummuur zien hangen. Penselen worden vervangen door klavieren, verf door bits en bytes en termen als ‘impressionisme' en ‘expressionisme' door ‘internet art', ‘cyberart', ‘electronic art' of ‘tradigital art'. Door Engels, kortom.

Er lijken evenveel kunstvormen binnen de nieuwe mediakunst als er kunstwerken zijn. Geen wonder dat het overkomt als een knetterend moeras waar je liever niet in verdwaalt. En toch is nieuwe mediakunst een van de meest toegankelijke kunstvormen die er zijn: je hoeft geen kaartje te kopen om het werk te bezichtigen, je hoeft je zelfs niet te verplaatsen voor een tentoonstelling en — over een stijgende marktwaarde gesproken — je kunt vaak zelf aan het kunstwerk deelnemen.

We geven een voorbeeld. De Amerikaanse kunstenaar Ken Goldberg maakte het online werk Memento mori, te bezichtigen via de site mementomori-0.net. Sinds 1997 zie je op het zwarte scherm een witte curve verschijnen die de metingen van een seismograaf in de Hayward-breukzone van Californië weergeeft. De titel verwijst naar de constante dreiging van een aardbeving in het drukbevolkte gebied. Et voilà, je hoeft dus alleen maar je computer tot leven te brengen om een streepje kunst in je huiskamer te halen. En zo zijn er tal van voorbeelden.

Definitie

Ouders of leraars die jongeren willen bijbrengen wat nieuwemediakunst is, staan voor een aantal moeilijkheden. Een definitie bijvoorbeeld. De Amerikaanse critica Rachel Greene, de auteur van het boek Internet art, siddert als we er haar één vragen. ‘Kunstenaars gebruiken televisie-, computer- en zelfs biotechnologie om mediakunst te maken. De nieuwemediakunst is zo rijk en probeert zo'n ongelofelijk breed publiek te bereiken door met media uit ons dagelijkse leven te werken (zoals internet), dat we ze moeilijk kunnen vernauwen tot een aantal kenmerken.'

Dirk De Wit, directeur van het Instituut voor beeldende, audiovisuele en mediakunst (Bam), kent het probleem. ‘We hebben het geprobeerd, maar intussen hebben we het opgegeven om naar een duidelijke omschrijving te zoeken.' Toch is één kenmerk voor hem ontzettend belangrijk.

‘Nieuwemediakunstwerken verlangen vaak van de toeschouwer dat hij iets doet. En dus is deze nieuwemediakunst niet alleen interactief maar ook procesmatig: het is zelden een afgewerkt product, want het verandert voortdurend door toedoen van de gebruikers. Denk maar aan kunst op basis van videospelletjes.'

Een genre dat de laatste jaren furore maakt, is geluidskunst. Daarbij moet je, de naam zegt het zelf, vooral luisteren. In het centrum voor hedendaagse kunst Netwerk loopt momenteel Musik für Barbaren und Klassiker. En in het Kunstplatform Zebrastraat kan je gaan kijken en luisteren naar Update_3 Body Sound. Philippe Van Cauteren van het Smak heeft het ook gemerkt: ‘Ik heb er voorbehoud bij, maar de interesse in geluidskunst is vandaag groter.' Toegankelijk is zo'n geluidskunst niet altijd, geeft ook Dirk De Wit toe: We leven in een visuele cultuur, dus geluid is altijd moeilijker. Maar kunstenaars zijn zeer geïnteresseerd in geluid.'

Qua originaliteit zitten de nieuwe media alvast goed. ‘De mogelijkheden van nieuwemediakunst zijn even eindeloos als het internet zelf ', zegt Rachel Greene. De versie van Michaël Samyn klinkt zo: Het digitale is een taal, maar je moet wel nog altijd zelf het gedicht schrijven.'


Halfslachtig

Dat de mogelijkheden inderdaad eindeloos zijn, blijkt uit het eindeloze lijstje subgenres dat zich binnen de nieuwe mediakunst ontpopt: machinima, internet art, cyberperformance, hypertext fictie, tradigital art, fractal art, software art, en zo gaat het maar door.

Wie denkt dat nieuwemediakunst een ver-van-zijn-bed-show is, heeft het mis. De eerste nieuwe media doken immers op in het begin van de 19de eeuw met de fotografie. ‘Het is een constante in de kunstgeschiedenis', vertelt De Wit. Als er iets in ons leven verandert, verandert dat ook de kunst.' ‘Kunst gaat steeds op zoek naar nieuwe velden en materialen om te experimenteren.

En dan de hamvraag: of nieuwe media de traditionelere kunstvormen ooit zullen verdringen? Michaël Samyn, samen met Auriea Harvey het duo achter Tale of Tales, een studio die artistieke computerspellen ontwikkelt, moet hard lachen. ‘Daar geloof ik niet in. Het bijzondere aan deze kunst is dat ze zich via het internet rechtstreeks tot het publiek kan richten en dus de galerijen en musea kan overslaan. Dat maakt het genre zo democratisch. En zoals je door de kunstgeschiedenis heen altijd gezien hebt, vermengen nieuwe kunstvormen zich met de traditionele. Ze verdringen elkaar niet, ze werken samen.'

Ook de Vlaamse videokunstenaar David Claerbout maakt zich geen zorgen. ‘De andere kunsttakken zitten stevig in het zadel. Bovendien zal mediakunst nog een hele tijd een halfslachtig statuut hebben en ik weet niet of dat zal veranderen.'

Dat ‘halfslachtige statuut' van nieuwemediakunst heeft alles te maken met de aard van het beestje. Internetkunst is vluchtig en voor iedereen toegankelijk, en dus moeilijk verkoopbaar. Dat geldt ook voor virtuele kunst of kunst met hoogtechnologische snufjes. Niet interessant dus voor verzamelaars.

‘Kunstverzamelaars willen graag iets tastbaars voor hun geld', vertelt Michaël Samyn. ‘Dat is meteen ook het probleem van de marktwaarde van online kunst: hoe moet je zoiets verkopen? Dus bieden kunstenaars een limited edition van een aantal video's en dvd's aan of maken ze gesigneerde afdrukken.' Ken Goldberg verkocht bijvoorbeeld een originele versie van zijn Memento mori in een zilveren omhulsel. Maar of verzamelaars ooit veel geld zullen neertellen voor nieuwemediakunst...? "

3 mei 2010

FOTOGRAFIE : HEDENDAAGSE LANDSCHAPPEN



HEDENDAAGS LANDSCHAP B6GE4