WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


23 september 2010

FOTOGRAFÍA DE NADA : A HORSE WITH NO NAME

Ik vond onderstaande aankondiging voor een 'foto tentoonstelling' ergens op een blog van een jonge Vlaamse fotograaf.

"Christoph Ruys selecteerde 8 jonge fotografen die meer doen dan foto’s maken.
De foto’s in A Horse With No Name And Other Stories overstijgen het louter registrerende.
Meer nog dan ‘tonen’, reactiveren deze fotografen onderdelen van een maatschappelijk discours."

Raar maar waar: niet de 'foto's' van de door Christophe Ruys geselecteerde fotografen zetten mij aan het denken (en schrijven) maar de inhoud van de tekst der aankondiging zelve. Dit geeft aan dat de aankondiging waarschijnlijk een grotere maatschappelijke relevantie vertoont dan de 'foto's' waarop de aankondiging betrekking heeft. Een geval van 'context' dus en bijgevolg vermoedelijk ook van 'kunst'. Waarvan akte.
Ik wil niet verkeerd begrepen worden: dit is geen kritiek op de kwaliteiten van de kunstenaars-fotografen in kwestie maar wel op de aangekondigde non-kwaliteit van hun 'foto's'. Het gaat immers over 'foto's' - zegt de aankondiging - die méér zouden zijn dan foto's van nature kunnen zijn : ze overstijgen - zegt de aankondiging - het louter registrerende. Straffer nog, ze zouden méér tonen dan er op te zien is en daardoor onderdelen van een maatschappelijk discours reactiveren. Het moge mij gepermitteerd zijn te durven denken dat 'foto's' die méér zouden laten zien dan erop staat en dus méér zouden tonen dan wat het toestel geregistreerd heeft, tot het Rijk der Verbeelding en der Fabelen behoren en bijgevolg het maatschappelijk discours herleiden tot een fictieve, virtuele 'realiteit', m.a.w. tot een  maatschappelijk non-discours. Dat kunnen in het beste geval foto's zijn waarop bitter weinig (interessants) te zien is, in het slechtste geval  niets interessants te zien is en in ultimo zelfs helemaal niets, nada te zien is. Foto's waarop weinig tot niets te zien is, scheppen voor 'kijkers' met een sterke verbeelding uiteraard wel de nodige (lege) ruimten om er naar believen onzichtbare 'dingen' bij te fantaseren. 'Kijkers' met een zéér sterke verbeelding hebben zelfs geen foto's nodig om aan hun fantasie wereld virtueel gestalte te geven, ze 'maken' - in hun gedachten - zelf hun 'foto's' en kennen daaraan desgevallend persoonlijke waarden toe die ze uitsluitend voor zichzelf  'zinvol' achten waardoor ze de (maatschappelijke) functies van de 'kunstenaar', het 'kunstwerk' en zijn 'tentoonstelling' in de feiten totaal overbodig en zinloos maken. Men zou kunnen opperen dat deze door de individuele 'kunstbelever' geïnduceeerde maatschappelijke liquidatie van de 'kunstenaar', het 'kunstwerk' en zijn 'tentoonstelling' een na te streven nobel doel is op het vlak van de individuele menselijke behoeften aan de beleving van 'kunst' maar voor hetzelfde geld kan men van mening zijn dat dit maatschappelijk een uiterst nefaste evolutie is die de menselijke behoeften aan onderlinge communicatie en dus zingeving fataal ondermijnt. Ik sluit me graag bij deze laatste gedachte aan maar dit impliceert meteen ook dat zowel de kunstenaar als het kunstwerk en zijn tentoonstellling méér moeten zijn dan een vrijblijvende 'kick' of 'trigger' voor het op gang brengen van een door een individuele 'kunstbelever' zelfgebrouwen individueel fantasme en dat - in het bijzonder - een (zinvolle) foto niets méér maar ook niets minder moet zijn dan een weloverwogen selectie en een duidelijk 'leesbare' registratie van een communicatief betekenisvol maatschappelijk gegeven, foto's die fotografisch maximaal invulling geven aan (de zin van) het geregistreerde zonder het uiteraard te kunnen 'overstijgen' en die het maatschappelijk 'discours' werkelijk tonen zoals het is of was, niets minder maar uit de aard der zaak zelf natuurlijk ook niets méér. Zoniet doet men - als fotograaf - bewust aan feiten- en geschiedenisvervalsing, pleegt men bewust maatschappelijk bedrog. Dit kan dan  - naar mijn aanvoelen - geen 'kunst' meer genoemd worden maar een vorm van maatschappelijke subversiviteit met een negatieve betekenis en een destructieve impact, zoals dat ook geldt voor de misbruikte 'artistieke varkens' van de 'artiest - performer - stront & money maker' Wim Delvoy die deze 'artistiek' vermomde psychopatisch-criminele daden ook als een vorm van 'maatschappelijk discours' durft voorstellen en verkopen.





Geen opmerkingen: