WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


3 december 2010

KUNST IN DE MAAK (5) : STEFAN BEYST : HET CONCEPT MIMESIS : RELATIES TUSSEN DE BEGRIPPEN 'MODEL' / 'ORIGINEEL' / 'NABOOTSING'

[uittreksel uit het onderdeel 'mimesis' zoals gepubliceerd op de website van kunstfilosoof en kunstcriticus STEFAN BEYST]

ORIGINEEL EN MODEL

Bij de constructie van die imaginaire werelden staan fragmenten uit de werkelijke wereld model: exemplarisch in het aloude verhaal van het ideale naakt dat werd samengesteld uit de mooiste onderdelen van vele concrete naakten. Ook het voorbeeld van de centaur kan verhelderend werken: paard en mens bestaan, maar de centaur die werd samengesteld uit onderdelen van beide, dankt zijn bestaan alleen aan de beelden die ervan werden gemaakt: (milton montenegro)  [ ZIE OOK  RUBRIEK 'BEELDEN' ALS ONDERDEEL VAN MIJN HIERONDER GEFORMULEERDE 'EIGEN BEMERKINGEN EN BEDENKINGEN' BIJ DE TEKSTEN OP DE WEBSITE VAN STEFAN BEYST ]


Het is hier niet de plaats om op een meer verfijnde manier de vele mogelijke relaties tussen de werkelijke wereld de reële of imaginaire wereld uit de doeken te doen. Wel moet het begrippenapparaat worden aangepast aan deze opsplitsing tussen reële en imaginaire wereld. Het komt erop aan onderscheid te maken tussen model en origineel. De vele werkelijke naakten zijn de modellen voor de kunstenaar, en het ideale naakt dat hij ermee samenstelt is het origineel. Paard en mens zijn de modellen, de centaur het origineel.

Geven we dat weer in wat we de driehoek van voltooide mimesis zouden kunnen noemen:

onvoltooide mimesis : nabootsing = model = origineel
voltooide mimesis : nabootsing =  model(len) ≠ origineel

De verwarring tussen model en origineel wordt in de hand gewerkt doordat schilders (maar ook schrijvers en zelfs componisten) bij de constructie van hun origineel steevast uitgaan van een werkelijk model, exemplarisch in het thema van de 'kunstenaar en zijn model'. Dat geeft immers de indruk alsof ze dat model aan het 'kopiëren' zijn - temeer daar da Vinci in zijn traktaat vermeldt dat je een spiegel naast het schilderij moet houden om te zien of het schilderij is geslaagd. Om de afstand tussen model en origineel nog eens extra in de verf te zetten confronteren we hier een foto - die zelf al aardig verschilt van de echte piano - met een tekening ervan: (judith schils)

Niemand zal er problemen mee hebben om de foto van de Steinway een 'spiegelbeeld' te noemen. Het ligt dan voor de hand om te beweren dat de getekende piano geen spiegelbeeld is van de werkelijkheid. Maar dan zien we over het hoofd dat de getekende piano een even overtuigende weerspiegeling is, zij het dan niet van de echte Steinway, maar van de niet bestaande piano die tijdens het tekenen op het papier in een virtueel beeld werd belichaamd. Ook in voltooide mimesis blijft de nabootsing dus een spiegelbeeld, maar dan van een origineel dat manifest niet kan bestaan, en dat pas getrouw kan worden weerspiegeld door niet meer getrouw te zijn aan de modellen waaruit het is opgebouwd....

NABOOTSING EN ORIGINEEL

Nadat we op de verticale zijde van de mimetische driehoek het verschil tussen model en origineel hebben verduidelijkt, zijn we pas goed gewapend om de relatie tussen nabootsing en origineel op de onderste zijde van de driehoek preciezer te omschrijven. Onze definitie van mimesis geeft immers aan dat mimesis als zodanig - ook de onvoltooide - evenzeer is bepaald door het verschil tussen origineel en nabootsing als door de gelijkenis ertussen. Volledige identiteit - zoals bij serieproducten of eeneiige tweelingen - wordt niet als nabootsing ervaren. Om nabootsing te zijn, moet er een waarneembaar verschil zijn dat niettemin geen afbreuk doet aan de ervaring van gelijkenis. Het kan dus niet gaan om een verschil zoals dat tussen twee broers: want al gelijken die erg op elkaar, we ervaren de ene niet als een nabootsing van de andere. Het verschil dat een nabootsing tot nabootsing maakt is dat de nabootsing alleen voor één of meerdere zintuigen op het origineel gelijkt, maar niet voor alle (of inzake voorstellingen: dat de nabootsing alleen in de geest gelijkt op het origineel, maar voor de waarneming onbestaande is). Hoe gelijkend het beeld in de spiegel ook moge wezen, het verschilt manifest van de werkelijkheid doordat het alleen maar licht is. Al lijkt het desondanks een lichaam te hebben, dat lichaam is niet voelbaar. De nabootsing in de spiegel gelijkt dus alleen maar op de optische verschijning van het origineel, niet op het origineel als zodanig. We kunnen rekenschap geven van dit constitutieve verschil tussen nabootsing en origineel door in de mimetische driehoek de bepaling 'verschijning van' toe te voegen aan 'origineel':

voltooide mimesis : nabootsing : model(len) ≠ origineel

Om ten volle te begrijpen hoe we niettemin de indruk hebben dat het origineel als zodanig daar voor ons staat, moeten we even stilstaan bij de manier waarop de wereld ons is gegeven.

EIGEN BEMERKINGEN EN BEDENKINGEN:

De gehanteerde begrippen lopen wat door elkaar maar in essentie komt het - mijn inziens - samengevat op het volgende neer:

- het vertrekpunt is en blijft de 'werkelijkheid' zoals de 'mens' die percipieert als zijnde de 'echte' met de menselijke zintuigen en organen rechtstreeks of onrechtstreeks (via  hulp instrumenten) waarneembare concrete dingen die als 'model(len)' dienen om die werkelijkheid op één of andere manier in de menselijke geest te kunnen (samen)vatten, te benoemen, te herkennen, te interpreteren.

- zo'n in de menselijke geest gevatte, benoemde en herkende 'werkelijkheid' benoemt Stefan Beyst als een 'bestaand origineel' wanneer dat 'origineel' in de menselijke geest lineair overeenstemt met de (via de zintuigen) waargenomen werkelijkheid. De menselijke geest is evenwel ook in staat om - al dan niet bewust - via interpretaties en combinaties een andere dan de 'normale' werkelijkheid te creëren. Zo'n imaginaire, niet als 'normale' werkelijkheid herkende en dus als 'onbestaand' gepercipieerde werkelijkheid', kan men dan benoemen als een 'imaginair origineel'.

- van deze twee soorten in de menselijke geest gevatte of gevormde 'originelen' kan de mens concrete nabootsingen, beeldingen maken. Een 'werkelijkheidsgetrouwe' nabootsing (afbeelding) van een 'bestaand origineel' noemt Stefan Beyst 'onvoltooide mimesis', een nabootsing (verbeelding) van een 'imaginair origineel', 'voltooide mimesis'.

Alles bij elkaar genomen lijkt me de belangrijkste (voorlopige) conclusie dat de volgende elementen goed moeten worden onderscheiden en dat de daartussen gelegde relaties duidelijk moeten zijn:

1. uit de 'werkelijkheid' (die alsnog niet of slechts zeer voorlopig gedefinieerd werd) deduceert of construeert de 'mens' via en in zijn menselijke constitutie, d.w.z. in de menselijk geest 'originelen' die op zich  minstens een reductie inhouden van het volledige, 'absolute' gegeven 'werkelijkheid'.

2. van die in de menselijke geest gevormde 'originelen' - zowel de zgn. 'bestaande originelen' als de zgn. 'imaginaire originelen' - kan de 'mens' dan 'nabootsingen' deduceren of construeren die hoe dan ook opnieuw een reductie zijn van deze 'originelen'.

Als we - zeer theoretisch - een 'hiërarisch model' zouden maken waarbij  'reductie' als negatief geïnterpreteerde operator fungeert, dan moet de conclusie ook zijn dat elke 'nabootsing' (mimesis) logischerwijze een van de 'werkelijkheid' afgeleid maar (dubbel) gereduceerd en dus aan de 'werkelijkheid' 'minderwaardig' bevonden menselijk produkt is.

Als we evenwel aan de creatie van 'niet-bestaande' en dus 'imaginaire originelen' per menselijke [(esth)etische] definitie een menselijke (creatieve) 'meerwaarde' zouden willen toekennen, dan volgt hieruit op dezelfde logische wijze dat 'imaginaire originelen' en dus in tweede orde ook de 'nabootsingen' van 'imaginaire originelen' (= voltooide mimesis genoemd) een menselijke [(esth)etische] 'meerwaarde' opleveren ten opzichte van:

- primero, de 'werkelijkheid' zelve;
- segundo, de 'bestaande originelen';
- tercero, de 'nabootsingen' van 'bestaande originelen'.

Het moge bovendien nu ook al een beetje duidelijk zijn dat zowel de wijze waarop bepaalde mensen in staat zijn ' imaginaire originelen' te creëren als de wijze waarop bepaalde mensen in staat zijn 'imaginaire originelen' na te bootsen (te verbeelden) ergens 'HET VERSCHIL' zullen maken.

BEELDEN:

1. Algemene bemerking.

Op de originele pagina's op de website van Stefan Beyst zijn soms afbeelingen ter illustratie van zijn teksten opgenomen die meestal ook rechtstreeks gekoppeld zijn aan de websites waarop de desbetreffende afbeeldingen voorkomen. In de gedeelten van de teksten van Stefan Beyst die op mijn blog zijn opgenomen, maak ik in bepaalde gevallen via een URL een rechtstreekse verbinding naar de beelden opgenomen op deze websites, voor zover ik dit voor een goed begrip van de teksten van Stefan Beyst wenselijk acht. Alle beelden en weblinks die bij de teksten van Stefan Beyst horen vindt U uiteraard terug op de webpagina's van de website van Stefan Beyst. Wie zich hierin (verder) wil verdiepen - wat mij moge zijn toegestaan ook zeer te mogen aanbevelen - (her)leest, bekijkt en beklikt dus best ook de desbetreffende (en andere) webpagina's op de website van Stefan Beyst.

Daarnaast zal ik in een aparte rubriek 'BEELDEN' als onderdeel van mijn eigen 'bemerkingen en bedenkingen'  bijkomende bemerkingen of bedenkingen, eventueel ook nog aangevuld met bijkomende weblinks, opnemen die specifiek betrekking hebben op deze beelden en/of op de auteurs van deze beelden die dikwijls ook door fotografen werden gemaakt en bedoeld zijn als autonoom 'foto werk'. Hiermee probeer ik hier en daar al een aanzet te geven naar de (geleidelijke) vorming en uitdieping van een eigen visie op de verbanden of niet-verbanden tussen 'kunst' en 'fotografie' en op de specifieke aard, mogelijkheden, beperkingen, limieten van het medium 'fotografie evenals op de (maatschappelijke) functies / dysfuncties die hieruit kunnen worden afgeleid.

2. Specifieke bemerkingen en bedenkingen.

Het beeld van de CENTAUR  waar Stefan Beyst hier naar refereert gaat terug op de Griekse mythologie, een begrip dat staat voor een imaginaire wereld bevolkt met door de 'mens' bedachte 'wezens' die enkel in zijn verbeelding bestaan en dus geen deel uitmaken van de 'werkelijkheid', wat dat ook moge zijn. De 'centaur afbeelding' gebezigd als illustratie bij de tekst van Stefan Beyst is een foto genomen door de Braziliaanse fotograaf MILTON MONTENEGRO van een vooraf  (in een foto studio) in scène gezet ' centaur tafereel', een fotografische afbeelding dus van een soort artistieke 'installatie' waarvan de enige bedoeling en functie was om er een 'foto' van te nemen waardoor het hier over niets anders gaat dan een foto ( = optisch lineaire afbeelding) van een (tijdelijk bestaand) 'kunstwerk'. Het moge duidelijk zijn dat een foto van een bestaand 'kunstwerk' altijd wel een foto maar niet per definitie een nieuw bestaand 'kunstwerk' oplevert. Dit laatste lijkt me echt iets te gemakkelijk om echt waar te kunnen zijn. Nochtans leeft en blijft de voor de hand liggende misvatting dat een foto van een 'kunstwerk' per lineaire definitie ook een nieuw 'kunstwerk' genereert hardnekkig voortleven in vele troebele hoofden van vele 'kunst fotografen'. Het lijkt wel een 'mythe' op zich zelve.
De fotograaf Milton Montenegro is een 'auto didact' van het zuiverste water (die dus geen 'KASK' of iets van die aard doorlopen heeft) die al doende lerende 'groot gebracht' is in de reële wereld van de reclame(fotografie) en daar blijkbaar ontdekt heeft hoe gemakkelijk geconstrueerde en/of gemanipuleerde beelden de menselijke geest kunnen treffen en vooral beïnvloeden. Het minste wat men van reclame beelden kan zeggen, is dat ze de reële wereld altijd minstens een beetje anders voorstellen en voorspiegelen dan hij 'in werkelijkheid' is. Het ziet ernaar uit dat reclame beelden in alle gevallen een specifieke vorm van mimesis zijn die een specifiek doel dienen. Op mijn blog wil ik het in dit verband ook wel eens hebben over de doelen van de (autonome) 'kunst', naast en ook wel tegenover de doelen van het medium 'fotografie'. Enige biografische informatie (en andere weblinks) over de fotograaf Milton Montenegro vindt U door te klikken op FOTOGRAAF MILTON MONTENEGRO.






Geen opmerkingen: