WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


19 juni 2012

FOTOGRAFIE : HET SCHOOL EI / EL HUEVO ESCOLAR (1) : ACADEMIE VOOR BEELDENDE KUNST / GENT


Ieder jaar sluit het kunstonderwijs de jaarwerking af met een open deur dag en één of meerdere tentoonstellingen. De tentoonstelling van de 'eindwerken' van de cursisten die een volledige studiecyclus hebben doorlopen en dus één of andere 'titel' met vrucht hebben behaald neemt daarbij een centrale plaats in. Begrijpelijk en logisch omdat die 'eindwerken' (door mij poëtisch 'Het School Ei' / 'El Huevo Escolar' genoemd) moeten worden gezien als de 'vlees geworden' synthese van het  doorheen de studiecycli verworven (basis) 'kunnen', een soort proeve van minimale kunde en ontluikend meesterschap. Er mag dan ook verwacht worden dat er effectief ook wat 'vlees' aanhangt, veel, minder of weinig maar in elk geval toch enkele 'grammetjes'. Eén van de hedendaagse knelpunten van het hedendaags kunstgebeuren is dat het artistiek 'vleesgewicht' niet meer of nauwelijks nog reëel te meten of in te schatten valt. Dat komt vooral omdat het hedendaags 'kunstwerk' in de (naakte) feiten veelal niet meer bestaat of - juister - omdat het fysisch bestaan ervan niet meer als wezenlijk wordt aangevoeld. Het 'kunstwerk' wordt aldus stilaan 'ontvleesd' tot een soort 'geraamte' dat in sommige gevallen al weggedeemsterd is tot een soort (virtueel) 'spook' waardoor het voor een nuchtere (kunst)waarnemer bijzonder lastig geworden is om het 'echte' van het 'vermeende' te kunnen onderscheiden maar waardoor het tegelijk voor elke aspirant 'kunstenaar' of charlatan 'artiest' ook bijzonder gemakkelijk geworden is om het 'vermeende' als het 'echte' voor te stellen én (op de reële kunstmarkten) aan de (goedgelovige/blinde) man te brengen. Ik ga er hier niet dieper op in maar zeker is wel dat deze evolutie - als ze niet keert of contesterend gekeerd wordt - het einde inluidt en het doodvonnis betekent van alle 'academies', kleine en grote. Het is in dit verband een teken aan de (virtuele) wand dat de (vooralsnog 'Nederlandstalige') Grote Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten van Gent (KASK) en het Koninklijk Muziek Conservatorium van Gent recent werden samengesmolten en modieus omgedoopt tot 'SCHOOL OF ARTS'. Het doet mij denken aan Wind & Lucht, aan Blazen & Opblazen, en ja, ook aan voornoemde 'Geraamten', aan voornoemde 'Spoken'.

Des te verheugender is het te mogen vaststellen dat het Gents deeltijds kunstonderwijs nog altijd de eenvoudige maar verstaanbare, mooie Vlaamse naam 'ACADEMIE VOOR BEELDENDE KUNST' in het vaandel draagt. Allicht een voorteken dat de vlag hier nog echt de lading dekt? We zien wel, maar het zou wel eens geen stom toeval kunnen zijn dat de al even verstaanbare en mooie Vlaamse titel 'ONDERHUIDS' waaronder de tentoonstelling van de 'eindwerken' 2012 van het 4de jaar 'fotokunst' van de Gentse Academie voor beeldende Kunst wordt gepresenteerd, precies verwijst naar voornoemd 'vlees' dat veel hedendaagse 'kunstwerken' zo schrijnend zichtbaar ontberen.

Ik heb voornoemde tentoonstelling bezocht op 17 juni op de (gelegenheids)locatie Distelstraat, Gent, en het eerste wat mij opviel was dat het daar rook naar zweet, naar het zoete zweet van mensen die met hart en ziel iets hebben ingericht en opgebouwd omdat ze dat graag doen, omdat ze geloven in hun willen en kunnen en in de kracht van hun creativiteit, omdat ze wéten en overtuigd zijn dat ze iets te bieden hebben en daar ook fier op zijn. Een open, niet opdringerige sfeer, verre van blasé, in een eenvoudig, verre van pronkerig 'decor'. Een gezellig hoekje ook om even te zitten en z'n gedachten vrij te laten vlieden of met anderen te wisselen of om rustig iets te drinken aan eerlijke prijzen voor eerlijke waren (onder meer het zeer lekkere én straffe biertje, luisterend naar de fruitige naampjes Keyte / Oosténdse tripel). Verdere praktische info over deze tentoonstelling : HIER
Het enige structureel nadeel aan deze locatie is dat het een zeer donkere ruimte is (een oude garage of kelderloods?) en dat de aldaar tentoongestelde werken een zee aan kunstlicht behoeven om ten volle tot hun recht te kunnen komen, zeker als het (geprinte) foto's betreft. Foto-prints hebben licht nodig en daar mangelde het echt wel hier en daar (serieus) aan, vooral in (de uithoeken van) de 'beneden' ruimte.



Enkele persoonlijke overdenkingen bij de tentoongestelde 'eindwerken' (het 'School Ei') van de 'uitgeschoolde' fotografen.

1. Algemeen.

Niemand van de tentoonstellende fotografen valt met zijn/haar 'School Ei' echt uit de toon. Ze geven allen ruim voldoende blijk van minimale kunde en ontluikend meesterschap. Dit moge zeker ook een pluim wezen voor de Gentse Academie voor Beeldende kunst, haar docenten en andere begeleiders. Diezelfde pluim kan ik zelfs niet altijd op het (virtuele) foto-hoedje prikken van de Grotere Gentse Kunstbroeders (KASK / SINT-LUCAS) wier in 2012 gelegde fotokunst 'School Eieren' ik later op deze blog onder het Heldere Licht van mijn Foto Lamp zal leggen.
De ene fotograaf is natuurlijk de andere niet en hier waren zeker ook enkele fotografen wier 'eindwerk' ik persoonlijk minder kon smaken of lastiger verteren, bv omdat ze het hen net iets te gemakkelijk hadden gemaakt door te pogen om kriskras aan de muur geprikte of decoratief in een 'kastje' gespreide doorzichtig simpele 'snapschot' fotootjes te maskeren met moeilijk te doorgronden lijkende 'spirituele of emotionele boodschappen'. Kijk, ofwel is men fotograaf en maakt en toont men sprekende, uit zichzelf verhalende fotografische beelden ofwel is men filosoof, dichter of decorateur en dan schrijft men beter een traktaat, een roman of een gedicht of maakt men een bloem-stuk of een ander soort decoratief stuk. De twee (goed) combineren is niet uitgesloten maar wel moeilijk, aartsmoeilijk en dus allesbehalve 'gemakkelijk'. Dit vergt geen ontluikend maar diep gerijpt meesterschap, wat hier per definitie niet het geval kan zijn.
Enigszins hetzelfde maar wel vanuit een ander hoek bekeken geldt voor 'fotografische installaties' waarbij fotografische beelden (prints) geschikt of geassembleerd worden tot een soort samenhangende 'collage' of een (driedimensionaal) 'design' stuk. De beeldinhoud van elke foto is dan ondergeschikt aan het geassembleerd geheel dan dan als het eigenlijke 'kunstwerk' fungeert en bijgevolg eerder een 'beeldhouwwerk' is dan een 'fotokunstwerk'.  Het werk 'boomreconstructies' van CLAUDINE DENOULET is daar een voorbeeld van en ik voeg er meteen aan toe, een bijzonder goed geslaagd voorbeeld van mooi, aantrekkelijk, verrassend decoratief  'design'. Blijft uiteraard wel dat het ene het andere niet is en dat men het juiste kind bij zijn juiste naam moet noemen. In elk geval schuilt hier een zekere pecuniaire potentie in, wat ook eigen is aan 'design'. Met 'design' kan men 'rijk' worden, met 'fotokunst', bijna zo zeker als 3x3 = 9, niet, waarmee ik hier allicht wel een waarde oordeel maar absoluut géén waarden oordeel heb uitgesproken!
In dezelfde lijn maar toch ook weer anders ligt het gepresenteerde fotowerk van THOMAS PLUYM waarbij een 'design-achtige installatie' wordt gemaakt door afzonderlijk fotografische beelden (prints) heel precies zo te schikken, meestal door ze dicht naast of boven elkaar te plaatsen, dat er door de aldus gecreëerde ruimtelijke lijnen en/of vlakken een soort fotoprint 'compositie' ontstaat die op zich een bepaald visueel effect genereert. Aldus doende bestaat dan evenwel het risico of loert het 'gevaar' effectief om de hoek dat er (door de fotograaf) minder of zelfs geen aandacht wordt besteed  aan de wezenlijke beeldinhoud van elke foto afzonderlijk of dat de aandacht (van de kijker) van de fotografische beeldinhoud wordt afgeleid naar het zuiver visueel effect van de print schikking. Een simpel stuk grond, gras of lucht, afzonderlijk of gecombineerd in één foto zegt meestal weinig of niets - behalve als men Andreas Gursky noemt én een gewiekst zakenman én een charlatan is - maar als men afzonderlijke prints van afzonderlijke simpele stukken grond en/of gras en/of lucht ruimtelijk naast of boven elkaar lijnt, dan......?

Fotografie kan - net als andere soorten beeldende kunst - ook een instrument zijn in een (zelf) therapeutische context. De fotograaf is zich daar - begrijpelijkerwijze - niet altijd van bewust en er zijn uiteraard verschillen en gradaties. Het komt echter meer voor dan men zou denken en inzonderheid fotografen die 'obsessief' of héél dikwijls en/of véél (containers vol gigabytes) fotograferen kunnen zich allicht best eens wat tijd gunnen om rustig een paar vraagjes aan zichzelf te stellen. Bovendien heeft elk individu en dus ook elke fotograaf een persoonlijke 'kijkvoorkeur', zonder of met camera. Het verschil is dat de fotograaf (met camera) zijn 'kijkvoorkeur' vastlegt en eventueel ook aan anderen toont, visueel via foto's meedeelt. Die 'kijkvoorkeur' kan dus onbewust of spontaan zijn maar de (artistieke/maatschappelijke) inhoud en waarde van die vastgelegde 'kijkvoorkeur' is dan meestal wel - hoewel niet altijd - gering of onbestaande. De persoonlijke 'kijkvoorkeur' kan evenwel ook heel bewust, selectief en doelgericht zijn. Dit is wat ik een essentiële eigenschap van de 'goede' fotograaf noem. De 'goede' fotograaf kijkt en handelt bewust, overdacht, rustig, beheerst, selectief en doelgericht. Dit komt ook tot uiting in zijn/haar foto's. De 'goede' fotograaf fotografeert weinig tot zeer weinig (zowel in de tijd als in hoeveelheid) maar wel 'goed'. Het is dan ook geen toeval dat 'studio-fotografen' of fotografen die zich toeleggen op 'geënsceneerde fotografie' meestal ook 'goede' fotografen zijn of alleszins voor zichzelf bewust de voorwaarden en de faciliteiten creëren om tot 'goede' fotografie te kunnen komen, waarmee uiteraard nog niet gezegd is dat 'studio-fotografie' of 'geënsceneerde fotografie' per definitie 'goede' fotografie of artistiek/maatschappelijk zinvolle fotografie zou zijn. Het is hoe dan ook een breed verspreide maar desalniettemin grove misvatting dat het persoonlijk gevoel, het gemoed of de betrokkenheid van de fotograaf op zich een criterium kan zijn voor de (artistieke/maatschappelijke) kwaliteit van de door de fotograaf genomen foto's. Het kan wel de motor zijn maar met een motor alleen heeft men nog geen auto, laat staan dat men die ook nog goed kan besturen en dat men precies weet waarheen men wil sturen en waarom. Hiermee raak ik wat ik de essentie van fotografie en 'fotokunst' noem. In (goede) fotografie en voor de (goede) fotograaf zijn - mijns inziens - drie vragen cruciaal, de antwoorden uiteraard nog crucialer. In de hierna vermelde precieze volgorde en in géén andere volgorde luidt de eerste én kapitale vraag 'WAAROM?', de tweede vraag 'WAT?' en de derde vraag 'HOE?'. De vragen lijken gemakkelijk, het invullen ervan - in de juiste volgorde - is dat heel wat minder...en ik spreek hier ook uit eigen ervaring. Als U op de eerste vraag al geen of geen bevredigend antwoord weet, zet de knop van uw 'Japap' (=Japans Apparaat) dan maar gezwind op 'off' en laat het op 'off' tot U het of een bevredigend antwoord gevonden hebt (dit geldt uiteraard niet in een (zelf)therapeutische context). Het is daarbij goed om in gedachten en vooral voor ogen te houden dat hét kenmerk van een 'Japap' / foto-toestel is dat het altijd foto's maakt terwijl hét kenmerk van een (goede) fotograaf is dat hij/zij goede foto's kan maken maar helaas (of gelukkig?) niet altijd. Dat is het wezenlijk verschil tussen het toestel en de man/vrouw die het bedient, verschil dat heden ten dage al te vlug en al te dikwijls over het hoofd wordt gezien en dat is er dan ook letterlijk aan te zien. Niet dat het toeval of het geluk of noem het desnoods 'l'instant décisif' geen rol kan spelen, verre van zelfs, maar dat betekent nog niet dat fotografie hetzelfde is als op de 'lotto' spelen of een gok automaat bespelen. 'Goede' fotografie kan echter nooit, in géén geval betekenen dat aan gelijk welk fotografisch beeld door gelijk wie gelijke welke 'waarde' wordt toegemeten of toegekend. Beweren van wel is, zo mogelijk, een nog grovere misvatting. Diegenen die het semiotiek zelf therapeutische mistgordijn in Roland Barthes "La chambre claire' weten te doorprikken, zullen dit ook klaar en duidelijk inzien. [vrolijke noot: dit is echter geen zacht nootje om te kraken, gelet op het academisch niveau/postgraduaat in academisch Frans/ klassiek Latijn, annex specialisatie in Klassiek Grieks Drama en Universele Mythologie]



2. 'Eindwerken' die meer en langer mijn aandacht trokken.

2.1 Het 'eindwerk' van PAUL DEWITTE, getiteld 'in de huid'.


Zeer goed technisch uitgevoerd (uitlichting/kleur/textuur...) studiowerk en goede portretten, zij het dat - naar mijn persoonlijke smaak - er best iets méér 'innerlijk leven' had mogen uit spreken.
Zoals ik al zei, 'studio-fotografen' zijn meestal ook 'goede' fotografen.

Goede portret fotografie waarin alleszins méér 'innerlijk leven' zit zie ik ook in het 'eindwerk' van BART DEYGERS die diverse personen/personages heeft geportretteerd in een bij hun persoon/personage passende/behorende omgeving/biotoop. Dat levert in principe meer informatie op maar meer informatie staat niet altijd gelijk met een beter beeld. Een juist en harmonisch evenwicht vinden, zonder al te veel te forceren, is in dat soort portret fotografie - waarnaar overigens mijn persoonlijke voorkeur gaat - zeker geen makkie en dat is hier ook wel te merken. Bovendien brengt het fotograferen in een 'natuurlijke' omgeving met het erbij horend 'natuurlijk' licht mee dat de fotografische uitlichting bij de opname het maken van goede (kleur) afdrukken kan bemoeilijken en dat is hier links en rechts ook wel enigszins te merken. Ik vind dat persoonlijk niet essentieel maar het lijkt me wel een factor om (vooraf) zoveel als mogelijk rekening mee te houden. Al met al fotografie met alle kenmerken van de 'goede' fotograaf, zij het met een wat zwakker uitgevallen antwoord op de (secundair) cruciale vraag 'HOE?'.

2.2 Het 'eindwerk' van SYLVIA KONIOR, getiteld 'achter het gordijn'.

Zoals ik al zei, fotografen die zich toeleggen op 'geënsceneerde fotografie' zijn meestal ook 'goede' fotografen. Deze fotografe bewijst dat op verschillende vlakken (bewuste en selectieve keuze van concept/locatie/uitwerking/regie/ belichting/kleur...) en geeft bovendien blijk van een bijzonder groot, scherp, raak en gevoelig observatievermogen, hier en daar aangevuld met - meestal 'onderhuidse' - mild kritisch-maatschappelijke 'noten'. Maar hoe goed deze vorm van geënsceneerde fotografie (uiteraard) ook moge zijn, persoonlijk hou ik daar niet zo van omdat het een vorm van gefotografeerd 'straattheater/performance' is en bijgevolg in wezen eerder aansluit bij drama/toneel dan bij 'fotokunst' zoals 'fotografische installaties' ook eerder aansluiten bij 'design'. In dezelfde lijn sluit trouwens ook de meeste 'modefotografie' in wezen eerder aan bij 'design' / 'toneel' dan bij 'fotokunst' en zijn 'modefotografen' tegelijk ook meestal wel 'goede' fotografen.

3.3 Het 'eindwerk' van JESSIE OOSTERLYNCK, getiteld 'A3C'.

Een van de weinige voorbeelden van zuiver documentaire/historistische fotografie. Hier hangt echt 'zweet' aan, zou ik zeggen! Dat is op zich al een verdienste én tevens een kenmerk van een 'goede' fotograaf (bewuste keuze/planning/organisatie...). Het is - zo te zien - een uitgebreid fotografisch document geworden dat zich door zijn aard echter moeilijk (goed) laat 'lezen' in een tentoonstellingscontext (aantal/formaat/plaatsing/belichting...). Wat ik me - in algemene zin - wel een beetje afvraag is waarom zoveel fotografen heden ten dage perse 'ex-Sovjet waarts' willen trekken/vliegen/rijden/fietsen...? Bieke Depoorter achterna die op haar beurt in de Oostwaartse voetsporen van Carl de Keyzer was gestapt en (voor de verandering, nu eens Westwaarts) nog altijd (een beetje opvallend veel) aan het stappen is?? Het concept doet me ook sterk denken aan de intussen ietwat gestilde fotografische rage rond en op de historische 'Route 66' in dat andere, uitgestrekte continent, in 'good old America', vol met eenzame, verstilde 'benzinepompen' in een al even wijds en desolaat landschapskader, het iconisch symbool                   

Will Rogers Highway inbegrepen dat hier, in 'good old USSR', min of meer zijn equivalent krijgt met   A3C

Dit 'eindwerk' heeft en behoudt hoe dan ook wel zijn foto-documentaire waarde waarbij het mijns inziens wel van belang is dat men het geheel van dichterbij zou kunnen bekijken of dat - in een tentoonstellingscontext - een beperkte (goede) selectie uit het uitgebreide geheel op groter formaat zou kunnen worden getoond?


3. 'Eindwerken die mijn aandacht lang en indringend vast hielden.

De 'eindwerken' van de fotografen BERNADETTE MESSIAEN / DIETER DEBRUYNE / DIRK DELBAERE blinken stuk voor stuk uit door fotografische beeldinhoud/beeldkracht, m.a.w. men hoeft er zelf niets bij te 'denken' of te fantaseren, het verhaal zit volledig in en spreekt volmondig uit de foto's. Hier communiceert de fotograaf (met en in zijn/haar foto's) heel gericht en efficiënt naar de 'kijker' die de boodschap, de visie of de emotie van de fotograaf  duidelijk en ondubbelzinnig (visueel) kan opvangen/opnemen. Dit is een kenmerk van 'zeer goede' fotografen, dit zijn fotografen die de intrinsieke kwaliteiten van het medium fotografie kennen, beheersen en maximaal tot uiting weten te brengen. Men kan over het fotografisch beeld veel zeggen, filosoferen of fantaseren maar uiteindelijk blijft er niets anders over dan te erkennen dat het essentieel om een fotografisch ( = optisch geprojecteerd ) beeld gaat waarvan de (artistieke/maatschappelijke) waarde bepaald wordt door 2 elementen: 1) de beeldinhoud  en  2) de beeldkracht/spanning. Het zal U allicht verbazen maar dit komt - merkwaardigerwijze - perfect overeen met de  (onnodig) academisch verheven intellectualistische termen 'studium' en 'punctum' die Roland Barthes in zijn 'La chambre claire' (zie hierboven) zo semiotisch wollig naar voor schuift. Het 'probleem' van Barthes was dat hij 'punctums'  (de 'studiums' / beeldinhouden interesseerden hem - in het psychologisch kader van zijn essay - matig of helemaal niet) in bepaalde (door hem geselecteerde) foto's zag of wilde 'zien' die in zijn zelftherapeutisch kraam pasten maar die er objectief gezien niet of niet in voldoende mate waren en daarbij zelfs zo ver ging dat hij het objectief bestaan van (door de fotograaf gecreëerde) 'punctums' (beeldkracht/spanning) in het fotografisch beeld 'carrément' (subjectief)principieel ontkende en verwierp en aldus de fotograaf onverbloemd degradeerde tot een (toevallige) 'opérateur' die enkel dienstig was geweest om het knopje op zijn foto-apparaat in te drukken. Er zijn heden ten dage blijkbaar nog altijd - of juist méér en méér? - (kunst)fotografen die zich met die door Roland Barthes aan de fotograaf toegemeten rol van 'opérateur-knopjesdrukker' tevreden stellen of - extremer nog - er zich kiplekker bij voelen en maar al te graag alle (artistiek) gewicht van hun (op zich niets zeggende) foto's naar de subjectieve inschatting van elke individuele 'kijker' verleggen. Gemakkelijk en 'leuk' is dit wel, maar eervol, verstandig...??

In haar 'eindwerk', getiteld 'de kracht van breekbaarheid', slaagt de fotografe BERNADETTE MESSIAEN erin om niet alleen het 'innerlijk leven' van de geportretteerde persoon sterk en voluit  fotografisch (met een weloverwogen toepassing van de kwaliteiten en de mogelijkheden van het medium, print en keuze van printdrager inbegrepen) tot uitdrukking te brengen maar dit bovendien te overstijgen om in meer universele zin tot een zeer geslaagde fotografische evocatie van haar onderwerp 'de kracht van breekbaarheid' te komen. Fotografisch Topwerk!
Een selectie van beelden uit dit 'eindwerk' kan U HIER zien.


In het 'eindwerk', getiteld 'uitgang langs de ingang' van fotograaf DIETER DEBRUYNE zie ik vooral een grote passie voor vormtaal en het vermogen om dit fotografisch sterk tot uiting te brengen in beeldselecties en beelduitsneden die bijzonder veel beeldkracht/spanning hebben en uitstralen. De beeldinhoud is hier wel duidelijk secundair en zeker niet visueel expliciet zichtbaar in de foto's. Een inhoud in woorden toelichten is één zaak, hem in beelden ook tonen een andere. Dit belet geenszins dat dit 'eindwerk' een uitblinker is en blijft in fotografische beeldkracht/spanning, één van de 2 elementen die het fotografisch beeld een (artistiek/maatschappelijke) waarde geven.
Een selectie van beelden uit dit 'eindwerk' kan U HIER zien.


In zijn 'eindwerk', getiteld 'persoonsvorm', gaat fotograaf DIRK DELBAERE op zoek naar een fotografische registratie/evocatie van de 'echte/ware' innerlijke 'identiteit/zelfbeeld' van (bepaalde) jongeren in hun situatie en hoedanigheid van 'jongere'. Dit is voorwaar geen simpele opgave, zoals de fotograaf zelf in zijn woordelijke toelichtingen heel juist stelt. Fotografie heeft vele mogelijkheden maar uiteraard ook grenzen. Eén van die grenzen is dat de 'echte/ware' innerlijke identiteit/zelfbeeld van een individu gewoon niet te fotograferen is. Dit heeft niet enkel te maken met fysische (optische) grenzen maar ook met menselijke grenzen omdat geen enkel mens - als individu - in staat is om zijn eigen 'echte/ware' identiteit zelf, bewust en volledig te vatten, laat staan aan anderen bewust te tonen. [ik maak hier abstractie van (Boeddhistische) ZEN toestanden en andere spirituele technieken die tot verhoogde zelfkennis kunnen leiden]. Hoogstens kunnen externe waarnemers een uiterlijke glimp van de identiteit/zelfbeeld van een individu (interpretatief) opvangen via (visueel) waarneembare spontane dan wel gerichte of beredeneerde gedragingen, expressies en communicatieve tekens. Laat het nu precies dit laatste zijn wat deze fotograaf aan de geselecteerde jongeren blijkbaar expliciet had gevraagd om juist NIET te doen en dan...dan hebben we een probleem, in ieder geval een levensgroot fotografisch probleem, zoals deze fotograaf ook in zijn overigens zeer interessante toelichtingen bij en een analyse van zijn project zeer eerlijk beaamt! Hoe dan ook vind ik dit een bijzonder interessant project/experiment met door de fotograaf aan zichzelf, aan de geselecteerde jongeren en aan het medium fotografie gestelde torenhoge uitdagingen. Uiteindelijk slaagt deze fotograaf er wel in om een benaderende fotografische evocatie van zijn oorspronkelijke (onmogelijke) doelstelling  te realiseren in een reeks van foto's die als geheel een interessant beeldend verhaal opleveren hoewel dit project in bewegend-beeld-met-geluid vorm (video) mijns inziens beter en sterker uit de verf had kunnen komen. Laatstgenoemd medium onderscheidt zich natuurlijk wel in menig opzicht fundamenteel van (de intrinsieke kwaliteiten van) het medium fotografie. De (Barthesiaanse) stelling van de fotograaf dat het subjectief empatisch vermogen van de kijker door zijn fotografische beelden kan worden aangesproken vind ik een ietwat al te doorzichtige 'ontstnappingsroute'. De (belangrijkste) opdracht van een ('goede') fotograaf is immers niet om beelden aan te leveren waarin gelijk welke individuele kijker zijn of haar individueel aanvoelen of persoonlijke visie kan 'projecteren' maar om inhoudelijk betekenisvolle en beeldkrachtige foto's te maken waarmee en waarin de fotograaf  zijn aanvoelen of zijn visie aan de kijker meedeelt, met de kijker communiceert.
Een selectie van beelden uit dit 'eindwerk' en de woordelijke toelichtingen van de fotograaf kan U HIER zien/lezen.



U kan HIER de tentoonstellingswebstek met een zeer mooi gepresenteerde selectie uit de 'eindwerken' van alle fotografen 4de jaar 'fotokunst' van de Gentse Academie voor Beeldende Kunst (deeltijds kunstonderwijs) verder verkennen. De tentoonstelling kan U in levende lijve nog betreden op 23 en op 24 juni eerstvolgend (van 15 u. tot 19 u. Distelstraat 30, Gent)

Geen opmerkingen: