WELKOM / BIENVENIDO


MAG IK ME VOORSTELLEN MET EEN LIEDJE?

¿PERMITE QUE ME PRESENTE CON UNA CANCIÓN?


MI CANCIÓN MUY PREFERIDA:

CUCURRUCUCÚ PALOMA



CUCURRUCUCÚ PALOMA, NO LLORES

(LIEF DUIFJE MIJN, WAAROM AL DIE TRAANTJES DIJN?)

Dicen que por las noches
no más se le iba en puro llorar;
dicen que no comía,
no más se le iba en puro tomar.
Juran que el mismo cielo
se estremecía al oír su llanto,
cómo sufrió por ella,
y hasta en su muerte la fue llamando:
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
ay, ay, ay, ay, ay gemía,
Ay, ay, ay, ay, ay cantaba,
de pasión mortal moría.
Que una paloma triste
muy de mañana le va a cantar
a la casita sola con sus puertitas de par en par;
juran que esa paloma
no es otra cosa más que su alma,
que todavía espera a que regrese
la desdichada.
Cucurrucucú paloma,
cucurrucucú no llores.
Las piedras jamás, paloma,
¿qué van a saber de amores?
Cucurrucucú, cucurrucucú, cucurrucucú,
cucurrucucú, cucurrucucú,
paloma, ya no le llore
EIGEN VERTALING EN NADERE INFO OVER DIT LIEDJE:


19 maart 2008

DE DOMME ARROGANTIE VAN DE KUNSTKLIEK VAN "KUNSTFOTOGRAFEN"

"Kunstfotografen" lopen niet enkel hoog op met zichzelf en hun zelfverklaard "kunstenaarschap", ze kijken ook nog minachtend neer op fotografen die niet tot de "kunstkliek" behoren omdat ze, naar de mening van de "kunstfotografen", gewone beelden maken die voor een gewone beschouwer direct en ondubbelzinnig herkenbaar zijn en ook nog een (maatschappelijke) betekenis hebben. Men kan zich afvragen welk ander doel "kunstfotografen" nog zouden kunnen nastreven, behoudens zichzelf te verheerlijken en grof geld te maken van nietszeggende en maatschappelijk waardeloze foto's waarop dan door de georganiseerde maffia van de kunstwereld een geldwaarde kan worden gekleefd door ze als "kunst" te erkennen en te valideren?

Aanleiding tot deze bedenking is het hierna vermeld item op de blog van Jan-Edward http://jan_edward.blogspot.com/

Kunstkliek schildert fotojournalistiek graag af als minderwaardig

Kadir van Lohuizen vertelde zondagmiddag in het NPS-programma De Kunst dat hij net in het vliegtuig naar huis zat toen in Tibet onlusten uitbraken. Bij aankomst op Schiphol was zijn voicemail gevuld met berichten van media die informeerden of hij nog in Lhasa was. Hij had in opdracht van Time een paar weken foto’s gemaakt van Tibetaanse jongeren die na studies in steden als Sjanghai ook thuis in Tibet van de modernste technieken en 21ste eeuws vermaak willen genieten. Van Lohuizen vertelde over enorme comoputercafés waar vooral veel games worden gespeeld. Maar, aldus de fotograaf, "het irriteert Westerse toeristen als ze een monnik met een mobiele telefoon zien".

Verder was het tv-programma tamelijk lachwekkend, en treurig tegelijk. Mensen uit de kunstwereld, daarbij inbegrepen programmamakers van NPS-programma's als De Kunst en (op de radio) Kunststof, blijken met veel dédain neer te kijken op de fotojournalistiek. Zij achten die minderwaardig aan de zogenaamde 'kunstfotografie', zo blijkt telkens weer. Daarom confronteren zij fotojournalisten in hun uitzendingen telkens met hun eigen vooroordelen als dat digitale amateurfotografen de fotojournalistiek overbodig maken ("als je maar ter plekke bent, bijvoorbeeld als toerist, want op dat knopje drukken kan iedereen") en dat fotojournalisten menselijk leed exploiteren voor eigen gewin. Het dieptepunt van de uitzending kwam toen een omhooggevallen beeldend kunstenaar met de naam Renzo Martens aanschoof om de Kadir van Lohuizen en Sander Veeneman een hooghartig lesje te lezen (duidelijk een opzetje van de NPS-redactie, waar de heersende mening is dat fotojournalisten toch maar derderangsfotografen zijn). Het gezicht van Kadir van Lohuizen na afloop sprak boekdelen.

Dezelfde minachting voor fotojournalistiek en documentairefotografie valt steeds weer op bij de bestuurders van het fotografiemuseum FOAM en het kunstzinnige grachtengordel/Rietveldacademiepubliek dat de openingen van tentoonstellingen aldaar bezoekt. Ach, men wil er in FOAM "bij gebrek aan echte kunst" af en toe wat ruimte voor vrijmaken, maar fotojournalisten en documentairefotografen moeten vooral niet denken dat zij aan het niveau van 'echte kunstfotografie' kunnen tippen. (Die 'echte kunstfotografie' bestaat vrijwel altijd uit wezenloze portretten van Rineke Dijkstra-klonen en series lege interieurs, gefotografeerd met een technische camera.)

Een fraai staaltje van deze arrogante houding bleek weer afgelopen donderdag bij de opening in FOAM van twee tentoonstellingen, 'STASI Secret Rooms' van Daniel en Geo Fuchs en 'The Ninth Floor' van Jessica Dimmock. Waar de twee Duitse kunstfotografen tien minuten lang werden toegesproken en toegelicht, moest de Amerikaanse fotografe Jessica Dimmock het met een karig minuutje doen van de directrice die snel even wat regels van papier afraffelde. En daar ben je dan helemaal voor overgekomen uit New York... Ze kon haar ongenoegen over deze respectloze behandeling dan ook nauwelijks onderdrukken. Misschien moet FOAM eens wat mensen in dienst nemen die wél genoeg kennis van en oprechte interesse voor documentaire fotografie en fotojournalistiek hebben.
# posted by Jan-Edward : 08:08

Geen opmerkingen: